Boekbesprekingen
Eric-Jan Weterings, Gommert de Kok. Journalist,
Den Boer/De Ruiter, Vlissingen 2014, 164 pp., ISBN
978-90-79875-57-3, 16,50
Dat een boek van begin tot eind niet verveelt, is
een groot compliment waard. Bij de biografie van
Gommert de Kok is dat absoluut het geval. Het
boek is vlot geschreven en op een manier die
niets pretentieus heeft. Bovendien is het niet te
dun en ook niet te dik; wat erin staat is genoeg
om de beschrevene te leren kennen en méér dan
dit zou ook weer te veel eer zijn geweest. Verder
is naar mijn mening ook de gekozen titel de enig
juiste. Gommert de Kok. Journalist zegt in kort
bestek alles wat de aspirant-lezer moet weten. Dat
er nogal wat inhoudelijke foutjes (echte kleintjes)
en taaifoutjes in voorkomen, doet aan de posi
tieve totaalindruk geen afbreuk.
Gommert de Kok (1924-1985) was een worka
holic die voor het vak van journalist geboren lijkt
te zijn geweest. In 1947 aangetreden bij de Pro
vinciale Zeeuwsche Courant als leerling-journa
list, werd hij in 1961 medehoofdredacteur en in
1966 hoofdredacteur. Zijn leven werd gestempeld
door de Tweede Wereldoorlog - de jonge De Kok
was dwangarbeider in Duitsland - en door de
Watersnoodramp van 1953. Aan de eerste erva
ring ontleende hij een intense verbondenheid aan
de democratie die hij vooral in zijn hoofdredacti
onele commentaren ferm en deskundig wist te
verdedigen. Aan de Ramp, waarover hij als ver
slaggever vanuit Schouwen-Duiveland, Noord-
Beveland en Tholen rapporteerde, hield hij het
verlangen over dat de zee in de Delta voorgoed
door dammen getemd zou worden - een verlan
gen dat breed gedeeld werd totdat de actiegroep
Oosterschelde Open aan de bel trok.
Tijdens de aanbieding van de biografie was er
veel aandacht voor het door De Kok uitgeoefende
gezag. Op dat punt behoorde hij duidelijk tot de
vooroorlogse generatie, waarbij zijn gespeelde
driftbuien misschien een overgangstijd markeren
- vóór de jaren vijftig zouden die als ongebruike
lijk hebben gegolden. De Kok lijkt een typische
vertegenwoordiger van de wederopbouwtijd
waarin veel lieden die snel stegen op de maat
schappelijke ladder een eigen wereldje opbouw
den tussen de elite en de brede lagen van de wer
kende bevolking in, maar meer contacten
onderhielden met de elite dan met de laatstge
noemde groep. Zijn gedenkboek bij het honderd
jarig bestaan van De Schelde, De Koninklijke weg
uit 1975, staat bijvoorbeeld niet bepaald bekend
als een boek met ruime aandacht voor de arbei
ders die werkten op de werf.
Het van tijd tot tijd in bescherming nemen
van figuren uit de Zeeuwse bestuurderskringen
waar De Kok nu om bekend staat, zal van boven
genoemde positie een afspiegeling zijn, al is er
ook zeker een relatie met de sfeer van de weder-
opbouwjaren toen vooral resultaten ertoe deden
en de spelregels wat minder. Waar Weterings over
de manier van gezagsuitoefening door de PZC-
hoofdredacteur uit de mond van velen optekende
datje dat "in zijn tijd moet zien", geldt dat dus
misschien eveneens voor dit in bescherming
nemen, maar hierover lijken de meningen bij de
oog- en oorgetuigen toch sterker verdeeld. Overi
gens nam De Kok niet zomaar iedereen in
bescherming, hij woog blijkbaar elke situatie
apart. "Echte misstanden worden aangepakt,"
aldus de auteur op bladzijde 76, "al gaat dat soms
niet van harte. Het belang van Zeeland staat
immers voorop." Een andere reden is te vinden op
bladzijde 88: "De Kok mocht wel standjes geven,
maar niet te hard, anders zouden zijn bronnen
opdrogen." De Zeeuwse kleinschaligheid had dus
beperkingen op journalistiek gebied tot gevolg.
Precies een kwart van de biografie gaat over
de jaren 1978 tot en met 1985, toen De Kok
hoofdredacteur was van de Haagsche Courant -
destijds het grootste dagblad in de residentie en
een blad van naam dat een zekere invloed ten
toonspreidde rondom het Binnenhof. De Kok wist
de verwachtingen bij zijn nieuwe werkgever, ont
staan in zijn Zeeuwse periode, volop waar te
maken. "Al snel zijn in Den Haag zijn grote ken
nis van het staatsrecht en van de (parlementaire)
geschiedenis en zijn bijna altijd genuanceerde
oordelen bekend. Hij wordt gelezen door de rege-
74
Boekbesprekingen