De otter (Lutra lutra) op Walcheren.
Enkele gegevens over verspreiding en bejaging in de achttiende,
negentiende en begin twintigste eeuw
A.P. de Klerk
Goed nieuws: de otter (Lutra lutra) is in Nederland
terug van weggeweest. Nadat in 1988 de laatste
otter in ons land was waargenomen, werd in 2002
gestart met de herintroductie in het Nationaal
Park Weerribben-Wieden. Inmiddels gedijt het dier
in die omgeving, en werd begin januari 2014 voor
het eerst sinds veertig jaar ook een levende otter
gesignaleerd in het gebied van de Nieuwkoopse
Plassen. De terugkeer mag met recht betiteld wor
den als goed nieuws, omdat de otter alom wordt
beschouwd als graadmeter voor de kwaliteit van de
natuur, als "ambassadeur van het zoetwater-
milieu".1 Zal de otter verder in zuidelijke richting
oprukken en ooit terugkeren naar Zeeland, naar
Walcheren?
De otter, ook wel visotter genoemd, kwam tot de
Tweede Wereldoorlog voor in alle delen van Zee
land, dus ook op Walcheren.2 Het dier werd sinds
lang vervolgd vanwege zijn pels, omdat hij vis
roofde en daarbij visnetten (in het bijzonder
palingfuiken) vernielde en dus als schadelijk voor
de visstand werd beschouwd. Regelmatig heeft
men het dan ook over de otter als "vischvernie-
ler". Ook eendenkuikens behoorden wel tot zijn
prooi. Om deze redenen werden er overal en
gedurende lange tijd premies uitgeloofd op de
vangst van de otter. Dat gebeurde niet alleen door
de overheid, maar bijvoorbeeld ook vanuit de vis
serijsector. Vooral in strenge winters, wanneer
veel open water was bevroren en sneeuw opspo
ring vergemakkelijkte, werd de otter intensief
bejaagd. Pas in 1942 werd de jacht in de meeste
delen van ons land gesloten, en werd de otter in
plaats van "schadelijk wild" bestempeld als "pels-
wild".3 In de Zeeuws-Vlaamse kreken werd nog
tot 1960 op otters gejaagd.4 Daar werden ook,
beginjaren zeventig van de vorige eeuw, de laat
ste betrouwbare waarnemingen van de otter in
Zeeland gedaan.5 In België werd de jacht op otters
pas definitief gesloten in 1965. Toch werd het dier
daar vervolgens nog steeds tot het schadelijk
gedierte gerekend, zijn vernietiging door jagers
gepropageerd - soms nog met premies beloond.6
In de jaren tachtig werd de otter in Vlaanderen
officieel als uitgestorven beschouwd, maar
recent, in 2012, weer gesignaleerd in de Rupel-
streek.7
Tegen deze achtergrond proberen we na te gaan
waar en onder welke omstandigheden de otter
vroeger leefde op Walcheren. Dat gebeurt hoofd
zakelijk op basis van enkele archiefgegevens en
krantenberichten. Zo kan een completer en meer
gedetailleerd beeld ontstaan dan hetgeen uit de
literatuur reeds bekend was. Zo weet de zoöloog
G.A. Brouwer in 1941 te melden dat ruim dertig
jaar tevoren otters tot de vaste bewoners van
enkele buitenplaatsen op het eiland zouden heb
ben behoord. De otter kon daar dus gerekend
worden tot het zogeheten standwild, wat betekent
dat er een permanente otterpopulatie aanwezig
was. Voor het jaar 1914 noemt Brouwer de mel
ding van twee dode exemplaren in Veere, voor
1916 van één dood exemplaar in Domburg.8 Uit
later tijd (1970) worden ook de omgeving van
Zoutelande (Valkenisse) en Westkapelle ("de pol
der achter Westkapelle") genoemd als plaatsen
waar de otter is gesignaleerd. Nog weer later zou
ervan de populatie op Walcheren alleen nog een
restant zijn overgebleven in het Veerse krekenge-
bied dat ook zou uitzwerven in het toenmalige
Veerse Gat.9
Onderzoek en resultaten
In het archief van het voormalige waterschap
Walcheren (sinds 1996 onderdeel van het water
schap Zeeuwse Eilanden, thans het waterschap
Scheldestromen) dat bewaard wordt in het
Zeeuws Archief in Middelburg, blijken enkele
gegevens over otters in de achttiende en begin
negentiende eeuw te schuilen.
De vroegst gevonden aanwijzing voor de aan
wezigheid van otters op Walcheren in dit archief
dateert van 1710. In de bestuursvergadering van
het waterschap van 11 december van dat jaar
weet president Johan van Reigersberg te melden
dat het "eijland van Walcheren vergeven is van
de otters", en stelt hij voor een premie te zetten
De otter op Walcheren
43