Jaar
Aantal otters
1750
geen vermelding aantallen
1751
5
1752 t/m 1783
geen vermelding aantallen
1784
27
1785
7
1786
geen vermelding aantallen
1787
9
1788 8
1789
3
1790
4
1791
geen vermelding aantallen
1792
7
1793
5
1794
5
1795
2
1796
geen vermelding aantallen
1797
16
1798
11
1799
6
1800
1
1801 t/m 1803
geen vermelding aantallen
1804
3
1805 t/m 1806
geen vermelding aantallen
1807 1
1808 t/m 1809
geen vermelding aantallen
1810
2
1811
geen vermelding aantallen
onderdeel van de Manteling, doodt in november
1916 een otter waarna de jachtopziener nog twee
jonge otters weet te doden. Ook enkele buiten
plaatsen elders op het eiland blijken het domein
van de otter te zijn. Zo wordt in november 1886
een grote otter gedood bij het door water omge
ven Huis Om te Serooskerke, en vangt in januari
1889 de tuinman van Ter Hooge een exemplaar
op deze eveneens waterrijke buitenplaats bij Mid
delburg.23 In later tijd werden daar, op Ter Hooge,
nog wel eens drie otters tegelijk gedood.24
Wat vooral opvalt aan de berichtgeving is de
in onze ogen eenzijdige houding ten opzichte van
de otter. Die moet te vuur en te zwaard worden
bestreden, want hij veroorzaakt niet anders dan
schade. De krantenlezer moet geloven dat er soms
welhaast heroïsche gevechten worden geleverd
met deze vijand van de plattelandsbewoner. Zoals
in 1916, als A. Wattel pas na anderhalf uur "wor
stelen op leven en dood" in Grijpskerke een grote
otter weet te doden. Een gevangen otter was niet
alleen geld waard, maar werd kennelijk ook -
dood dan wel levend - beschouwd als een
bezienswaardigheid. Zo worden de lezers van de
Zierikzeesche Nieuwsbode in december 1876 opge
wekt om twee levende otters te komen bezichti
gen bij koffiehuis Harmonie te Zierikzee. De
ongetwijfeld trotse jager is de heer W. Hocke te
Haamstede.25
Vanuit vrijwel alle delen van Walcheren zijn
ottervangsten in deze periode bekend. Otters
worden gedood of gevangen in: Hoogelande
(1877; 1 exemplaar); Kleverskerke (1883; 1 exem
plaar); Sint Laurens (1884; 1 exemplaar); Schel
lach (1884; 1 exemplaar); Arnemuiden (1888; 1
exemplaar); en Kleverskerke (1897; 2 exempla
ren). In de laatstgenoemde plaats is men opgeto
gen over deze vangst: de "brutale rovers" hadden
de omgeving voor eenden onveilig gemaakt.
Aantal jaarlijks bij het waterschap Walcheren ingeleverde
gedode otters; 1750-1811. Bron: ZA, AW 1511-1870, inv.nrs.
611-673.
Ontfaagcn by my ondergefchrcven uyt handca
van de ta\fier van tValeberen fe/eï f
de lorama van Pond
fchcllingen Z grooten vlaama
aantal zoetwatervissen). Ook in maart 1888, als
er twee otters worden gedood in Vrouwenpolder,
wordt eraan herinnerd dat otters al geruime tijd
schade aanrichten in de vijvers en plassen in het
noordelijke deel van Walcheren. De Domburger
P.J. Elout, op jacht in het Duinvlietse bos, ook
A&um Middelburg den
V KT
C MrV fft'
Kwitantie. Zeeuws Archief, Archief Polder Walcheren.
46
De otter op Walcheren