Aanwinsten december G.G. Trimpe Burger-Mekking Bij veel instellingen blijkt het ruilverkeer in de loop van de laatste jaren af te nemen. Het minder verschijnen van publicaties, plaatsgebrek in de desbetreffende bibliotheken en vooral financiële overwegingen doen het ruilverkeer de das om. Zo heeft het Zeeuws Genootschap ook nu weer afscheid moeten nemen van twee ruilpartners: de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Lei den en het Staatsarchiv te Bremen. Maar niet gewanhoopt: in binnen- en buitenland samen staan er nog bijna veertig adressen op de lijst, hoewel er niet door alle deelnemers even enthou siast geschonken wordt. In het laatst ontvangen nummer van het Tijd schrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (2014, 2) bestuderen A.S. Ghyselen en J. van Key- meulen de "dialectcompetentie en functionaliteit van het dialect in Vlaanderen anno 2013". Aan de hand van drie vragen komen ze tot de conclusie dat het dialectverlies in Vlaanderen zich in de laatste twintig jaar in een razend snel tempo heeft voortgezet. Steeds minder jonge mensen beheersen hun lokale dialect, een toenemend per centage geeft aan het zelfs niet meer te begrijpen. Vooral in Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Limburg is het droevig gesteld met de dialectken nis; in West-Vlaanderen, en zeker in Antwerpen, is het dialect vitaler dan elders. Ook blijkt het dialect voornamelijk als thuistaal gebruikt te worden, wat betekent dat de functionaliteit niet gewijzigd is. De derde vraag ging over het taalge bruik van niet-dialectsprekers, en daaruit blijkt dat die een soort 'tussentaal' hanteren, geen stan daardtaal. Die evolutie verschilt duidelijk van het proces van dialectverlies in Nederland, waar dit verlies vooral de standaardtaal ten goede kwam. T. Streng onderzoekt het genresysteem voor verhalend proza in de negentiende eeuw in het artikel 'Fictie, waarheid en verdichting'. Welke subtitels worden gebruikt om het genre aan te duiden van ongeveer 6.700 Nederlandse en ver taalde werken tussen 1790 en 1899? Er blijken duidelijke verschillen te bestaan tussen het gen resysteem in het Nederlandse, Duitse en Engelse taalgebied. De belangrijkste genreaanduidingen in de negentiende eeuw in Nederland voor romans zijn: roman, verhaal, schets, tafereel en novelle. Met de genreaanduidingen in de ondertitels van Duitstalige romans werd los omgesprongen: Nederlandse uitgevers vulden aan en lieten weg naar eigen goeddunken. De uiteenlopende opvat tingen van 'roman' en 'novelle' in het Neder landse en Duitse taalgebied verklaren deze ver schillen gedeeltelijk. Het negentiende-eeuwse Engelse genresysteem verschilde meer van het Nederlandse: een novel werd veel duidelijker onderscheiden van een romance dan hier. 'Fic- tion', 'Dichtung' en 'verdichting' blijken verder niet simpelweg als synoniemen gehanteerd te kunnen worden. De Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen stuurde het boekje Care. Wat is technisch mogelijk en wat is menselijk wenselijk?, een verslag van de Tiende Jan Brouwer Conferen tie (2014). In onze ouder wordende samenleving verschuiven de verhoudingen tussen de beschik baarheid van techniek en de mogelijkheid deze te gebruiken. Steeds nieuwe werelden openen hun deuren en als je als oudere niet bent opgegroeid in de digitale wereld is het moeilijk die aan te wenden binnen het normale leven. Verschillende beleidsmakers komen aan het woord, en de ter men domotica, informatica, robotica, telematica en zo meer vliegen de lezer om de oren, begeleid door veel cijfers en statistieken. Bewust is er voor gekozen de aandacht te richten op ondersteuning van zelfzorg, mantelzorg en thuiszorg, waarbij het erop neerkomt dat door slimmer werken met minder mensen meer kwaliteit geboden moet kunnen worden. Er worden gezelschapsrobots ontwikkeld die volgens auteur A. van Berlo door de mensen al snel als 'maatje' gezien worden en zo zal een vervaging in de grens tussen mens en machine plaatsvinden! Als een der laatste spre kers - de artikelen zijn de neerslag van een sym posium - gaat staatssecretaris M. van Rijn geluk kig in begrijpbaar Nederlands in op het probleem hoe we door alle technische ontwikkelingen moe- 148 Aanwinsten

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2014 | | pagina 34