hoe zo'n partenrederij in elkaar stak, waarbij ook
duidelijk wordt dat het in Nederland overal op
dezelfde wijze werkte: een scheepswerf die zelf
ook participeerde in een schip. Zie hierbij bij
voorbeeld het standaardwerk van Frank Broeze
over het schip De stad Schiedam. Zelf deed ik ooit
onderzoek naar rederij Blussé uit Dordrecht, met
vergelijkbare uitkomsten.
Paesie maakt de vergelijking tussen de
importcijfers van de VOC in de achttiende eeuw
en de importcijfers in de negentiende eeuw van
de NHM, waarbij de NHM beduidend meer lasten
invoerde dan de VOC. Hiermee ondergraaft hij de
stelling van Paul Brusse in diens Gevallen stad
dat de Zeeuwse doorstart na 1814 geen schijn van
kans maakte. Deel 2 van dit boek laat zien dat
Middelburg wel degelijk iets in de melk te brok
kelen had waar het ging om scheepsbouw en
scheepvaart in de eerste helft van de negentiende
eeuw. De rol van de NHM voor Middelburg was
groter dan tot nu toe werd aangenomen, al is daar
nog meer onderzoek voor nodig. Het is juist dit
deel waarin de activiteiten van de MCC worden
afgezet tegen het overige reilen en zeilen in Mid
delburg, dat het boek extra interessant maakt.
Wat er ligt is een mooi uitgegeven overzichts
werk van de MCC. Dat is ook meteen wat het eerst
opvalt bij dit boek: een mooi boek om in handen
te hebben. Ook Walburg Pers gaat niet over een
nacht ijs. Omdat ik Paesie langer ken dan van
daag weet ik dat hij ook wat de illustraties betreft
alles uit de kast haalt. Dit boek is dan ook veel
beter geïllustreerd dan het boek over de WIC. De
ene plaat is nog mooier dan de andere en er zijn
duidelijke (uniform getekende) kaarten opgeno
men. Alleen ogen sommige gravures wat grauw.
Zoals het hoort is het boek voorzien van een
notenapparaat, een beredeneerde bibliografie en
een index op persoons-, scheeps- en geografische
namen.
Is er dan helemaal geen kritiek mogelijk op
dit boek? Zeker wel. Dat gaat dan over de titel. In
het voorwoord verantwoordt Paesie het gebruik
van de afkorting MCC (Middelburgse Commercie
Compagnie). Die naam is ooit door archivaris
Unger 'in de mode gekomen', want de officiële
naam luidt eigenlijk Commercie Compagnie van
Middelburg (CCM). Omdat het bedrijf bekend
bleef staan als MCC koos Paesie voor handhaving
van die naam. Daarover kan je van mening ver
schillen, en dat doe ik dan ook. Geschiedenis van
de MCC is ongetwijfeld gekozen om de titel te
laten gelijklopen met die van de boeken over de
VOC en WIC. Toch is de afkorting MCC dermate
onbekend dat je je moet afvragen of dit wel slim
is. In Middelburg en omstreken mag de MCC
ingeburgerd zijn, zodra je buiten Walcheren komt
heeft men geen idee waar deze afkorting voor
staat. Zelfs de WIC heeft daar al last van. Je zou
MCC zelfs als 1200 kunnen lezen. Ook in de
ondertitel wordt dit niet duidelijk. Die ondertitel
is eigenlijk overbodig: alles kent immers z'n
opkomst, bloei en verval.
Nog een laatste puntje van kritiek. De volle
dige literatuurvermelding is opgenomen in het
notenapparaat en in een beredeneerde bibliogra
fie. Toch mis ik de alfabetische literatuurlijst om
snel een overzicht te krijgen.
Desondanks lof voor dit mooie boek, dat ook
qua taalgebruik goed te pruimen is, ondanks wat
Rolf Bosboom in de PZC hierover meende te moe
ten opmerken. Ja, beter dan sommige bijdragen in
de Geschiedenis van Zeeland.
Ad Tramper
Boekbesprekingen
157