Boekbesprekingen Dorine van Hoogstraten, Bert de Vries, Monumen ten van de Wederopbouw, Nederland 1940-1965: opbouw en optimisme, NAi/010 uitgevers, Rotter dam 2013, ISBN 978-94-6208-090-4. 34,50 Frans van Burkom, Yteke Spoelstra, Simone Ver- maat (red.), Kunst van de wederopbouw, Nederland 1940-1965: experiment in opdracht, NAi/010 uit gevers, Rotterdam 2013, ISBN 978-94-6208-091- 8. 34,50 Anita Blom (red.), Atlas van de wederopbouw, Nederland 1940-1965: ontwerpen aan stad en tand, NAi/010 uitgevers, Rotterdam 2013, ISBN 978-94-6208-92-8. 49,50 Deze omvangrijke publicatie, bestaande uit drie bij elkaar horende delen, is een initiatief van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), zo staat in de eenduidige introductie in elk van de drie delen, en dat is goed merkbaar. Strikt geno men wordt niet meer dan een rijk geïllustreerd overzicht getoond van 187 door de rijksdienst geselecteerde gebouwen uit de periode 1940-1965. Die selectie kwam tot stand op basis van de Monumentenwet 1988 en beoogt het grote publiek kennis te laten nemen van de iconen uit deze periode. Aan het eind van deel 1 laat Bert de Vries, een van de auteurs en tevens seniorbe leidsmedewerker van RCE en projectleider Beschermingsprogramma wederopbouw, weten hoe de keus gemaakt is. Namelijk op basis van architectonische kwaliteit, illustratief voor de stand van zaken in architectonische, steden bouwkundige en kunstzinnige ontwikkeling van die tijd en op grond van de mogelijkheid opgeno men te worden op de nationale monumentenlijst. Zeeland komt er in deze publicatie bekaaid vanaf. We moeten het doen met welgeteld vijf gebouwen: twee in Vlissingen (Zeevaartschool, 1953; Station NS, 1950), één in Philippine (Maria Hemelvaartkerk, 1954), één in Zierikzee (de Zee- landbrug, 1965) en één in Dreischor (de Pasveer- sloot, 1960). Dat is toch opmerkelijk te noemen voor een provincie waar de wederopbouw opgevat in strikte zin, namelijk als herstel van oorlogs schade, begonnen is. Gedurende de oorlog nog wel, als enige plaats in Nederland. Voor Middel burg werd in de zomer van 1940 in rap tempo een wederopbouwplan gemaakt en goedgekeurd en nog in datzelfde jaar werd de reconstructie van het historisch centrum ter hand genomen. In publicaties kreeg de door supervisor Piet Verhage voorgestane traditionele baksteenarchitectuur veel aandacht en ook veel kritiek. Toen er een maal aan de uitvoering gewerkt werd van het Basisplan voor Rotterdam (pas vanaf 1947) merkte stadbouwmeester J.J.P. Oud in een artikel in Bouw op dat Rotterdam geen Middelburg was. In de oorlogsjaren en ook nog daarna was Mid delburg het brandpunt van de aandacht. Dat is enerzijds verklaarbaar vanwege het gebrek aan andere bouwplannen en anderzijds in de opmer kelijk snelle keus die van regeringswege gemaakt werd voor een team van architecten van zeer behoudende snit. Terwijl in de loop van de jaren dertig de aanhangers van de moderne stijl steeds meer aandacht vroegen en kregen. Zij hoopten uiteraard dat bij herstel van schade toegebracht door oorlogshandelingen er sprake van zou zijn dat eigentijdse ideeën en nieuwe inzichten ver werkt zouden worden. Dat bleek een misrekening. Het monumentale karakter van de Middelburgse binnenstad was daarbij een dankbaar alibi, maar ook de gezwinde besluitvorming speelde een rol. Er moest snel gehandeld worden en de ambtena ren in Den Haag zagen geen heil in het aanstellen van modernisten die onervaren waren en geneigd tot oeverloze discussies over de te volgen koers. Spoed was vereist. Duurzame ervaring met groot schalige projecten en de veiligheid van een geteste organisatie binnen reeds bestaande bureaus werd als voordeel gezien voor het verge ven van de opdrachten. Die bleven dus voorbe houden aan de gevestigde namen die zich bedien den van de zogenaamde Delftse School-stijl. De RCE interpreteert de term wederopbouw veel ruimer. Alles wat te maken heeft met de her ontwikkeling van het land na de oorlog valt eronder. In de architectuur zien we de definitieve doorbraak van het modernisme gestalte krijgen. Dat is wat men in deze publicatie onder de aan- Boekbesprekingen 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2015 | | pagina 41