De geschenken van consul Hamel uit Bangkok
Liesbeth van der Geest
In november 2014 presenteerde Hans Walraven,
oud-journalist van De Gelderlander, het boek Tro
penjaren over zijn voorouder Pieter Simon Hamel
(1845-1900) in de Zeeuwse Bibliotheek. Hierin is
het verhaal te lezen over Hamels leven en zijn uit
zonderlijke carrière: van dorpsonderwijzer in
Groede tot consul-generaal in West-Afrika, Siam
(het huidige Thailand) en Zuid-China en Formosa
(nu Taiwan). De in Breskens geboren Hamel blijkt
een vooraanstaande Nederlandse diplomaat te zijn
geweest. En net als veel andere Zeeuwen in den
vreemde schonk hij tijdens zijn verblijf in Bangkok
het Zeeuws Genootschap een aantal interessante
volkenkundige voorwerpen, met als doel het sti
muleren van wetenschappelijk onderzoek naar Sia
mese en Chinese tradities en gewoonten.
Pieter Hamel en Frederik Nagtglas
In 1868 leert Pieter Hamel de Middelburger Fre
derik Nagtglas kennen en een jaar later schrijft
hij hem een brief met het verzoek om hem te
introduceren bij zijn broer Cornelis Nagtglas die
gouverneur is in het gebied van de Nederlandse
Bezittingen ter kuste van Guinea (het huidige
Ghana). Hamel staat op het punt te vertrekken
naar de hoofdstad Elmina om daar als hulponder
wijzer aan het werk te gaan. In de verzameling
handschriften van het Zeeuws Genootschap in de
Zeeuwse Bibliotheek is deze brief bewaard geble
ven (nr. 1249), tezamen met een brief van novem
ber 1884 waarin hij op emotionele wijze schrijft
over het overlijden van zijn vrouw Marie den
Bouwmeester (nr. 1250).
Frederik Nagtglas is in de periode 1862-1884
actief in het Zeeuws Genootschap. Naast bestuurs
lid is hij ook bibliothecaris en conservator van
het kabinet van oud- en zeldzaamheden. In die
laatste functie moet hij Hamel overtuigd hebben
van het belang van de verzamelingen en dat het
schenken van bijzondere, uitheemse voorwerpen
bijdraagt tot het verbreden van de kennis over
vreemde volken.
Aanwinsten voor het Zeeuws Genootschap
Na zijn aanstelling in Bangkok in 1881 wordt
Hamel benoemd tot lid van het Genootschap. In
het archief van het Genootschap in het Zeeuws
Archief is een brief te vinden waarin hij zijn
benoeming aanvaardt. Hij schrijft: "Thans is het
mij zeer aangenaam U te kunnen berigten, dat ik
het eene hoogst eervolle onderscheiding acht als
medelid in uw Genootschap te zijn opgenomen,
en ik dus de benoeming volgaarne aanneem, hoe
zeer ik mij ook bewust ben daarop door weten
schappelijkheid al zeer weinig aanspraak te kun
nen maken." Hij wil het Genootschap vanuit Siam
van dienst zijn en vraagt het bestuur eventuele
wensen door te geven. In de volgende jaren
schenkt hij diverse voorwerpen. Dat doet hij ook
aan het Rijks Ethnografisch Museum in Leiden
(nu Museum Volkenkunde) en het Bataviaasch
Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in
Batavia. Als hij Nederland bezoekt neemt hij
vooral lokale kunst- en gebruiksvoorwerpen mee.
In 1882 schenkt hij het Zeeuws Genootschap
een met glinsterende glasscherven versierd ver
guld loden boeddhabeeldje uit Siam. Uitzonderlijk
is de staande houding van de boeddha. Het 40 cm
hoge beeldje is afgedekt met vier boven elkaar
geplaatste baldakijnen (nr. 3600-BEV-Z-78). De
baldakijnen zijn in de loop der tijd losgeraakt en
het is niet bekend waar ze gebleven zijn.
Als Hamel in het voorjaar van 1884 met ver
lof in Nederland is, bezoekt hij familie en vrien
den. Nagtglas staat dan net op het punt te verhui
zen naar Utrecht. Hij noteert in zijn dagboek:
"Tot zelfs de laatste dagen kregen wij nog bezoek,
o.a. op de 18. Maart toen in de reeds bijna ontta-
70
't Is vol van schatten hier