Aanwinsten juni
G.G. Trimpe Burger-Mekking
Holland, historisch tijdschrift (2014, 4) is een the
manummer over de communicatie in Holland. M.
Verhoog schrijft 'Van stadsboden mocht je meer
verwachten. Het bodennetwerk van Amsterdam,
Leiden en Haarlem tussen 1531-1555'. Maximili-
aan van Oostenrijk introduceerde eind vijftiende
eeuw een nieuw postsysteem, waardoor brieven
dagen eerder op hun bestemming kwamen dan
daarvoor. Toch hielden de drie Hollandse steden
hun stadsboden in dienst, en de auteur bestudeert
de mogelijke oorzaken waarom de steden niet
overgingen op de zogenoemde Rijkspost. De eind
conclusie is dat stedelijke bodensystemen goed
voldeden en zelfs voordelen boden boven de
Rijkspost.
Van J. Brouwer is het artikel 'Op Betavija in
de Lepelstraet inde Witte Swan'. De Heren Zeven
tien van de VOC hadden bij de oprichting regels
opgesteld die het versturen van privépost naar
Batavia moesten tegengaan: alle post ging via de
VOC en werd gelezen, want strategische en com
merciële informatie mocht niet in handen van
concurrenten vallen. Wie anders dan op de door
de VOC voorgeschreven manier post liet vervoe
ren kon een flinke boete krijgen. Toch ontstond
een alternatief postnetwerk, illegaal, maar oog
luikend toegestaan. Op de illegaal verstuurde
brieven stond vaak de aantekening: "met vrient
die Godt geleijde". Particulieren, kroegen en her
bergen konden als distributiepunt fungeren. De
Lepelstraat in Batavia was een bekend adres waar
brieven opgehaald konden worden. In de West
ging de postbezorging op dezelfde manier. Van
elk gekaapt schip werd in die tijd de lading in
beslag genomen, inclusief meegevoerde post,
waardoor tamelijk veel 'gekaapte' post bewaard
bleef in archieven. Aan de hand van brieven uit
het Rampjaar 1672 wordt in dit artikel ingegaan
op de formele en informele netwerken van het
overzeese briefverkeer: waar kwamen de brief
schrijvers vandaan, waren het mannen of vrou
wen die schreven en waarover schreven zij?
'De bankiers van de marine. De afschaffing
van de solliciteurs militair in de Bataafs-Franse
tijd' is geschreven door H. Landheer. Solliciteurs
waren de administratieve duizendpoten van de
Republiek. De solliciteurs militair vormden een
belangrijke tak van deze beroepsgroep. Zij fun
geerden als zaakwaarnemers van de marineoffi
cieren in de achttiende eeuw, als die op zee
waren. Aan de hand van correspondentie uit het
archief van de marine wordt in dit artikel aan
dacht besteed aan die beroepsgroep: welke rollen
vervulden zij en waarom verdwenen de sollici
teurs militair uit de marine?
In Amstelodamum, maandblad voor de kennis van
Amsterdam (2015, 1) schrijft B. Slijper het artikel
'Frank van der Goes en het vrije woord'. De socia
listische voorman Ferdinand Domela Nieuwen-
huis (1846-1919) was aangeklaagd wegens majes
teitsschennis, nadat hij in het socialistische blad
Recht voor allen geschreven had dat koning Wil
lem III "weinig werk van zijn baantje maakte".
Domela Nieuwenhuis werd veroordeeld tot een
jaar gevangenisstraf, wat tot woede van de socia
listen leidde. Ook de mensen van De Nieuwe Gids,
die vernieuwing van de literatuur voorstonden,
hadden radicaal progressieve maatschappelijke
opvattingen, tot ergernis van de gevestigde orde.
Frank van der Goes nam het op voor de socialis
tische voorman en publiceerde een brochure die
ophef veroorzaakte. Vooral de rol van het Alge
meen Handelsblad vonden Van der Goes en zijn
literaire vrienden laakbaar en volgens hen was
het de schuld van het Handelsblad dat de zaak
escaleerde. Uit alle reacties en steunbetuigingen
voor Frank van der Goes blijkt hoe groot de soli
dariteit binnen de kring van De Nieuwe Gids was.
Zij waren ervan overtuigd dat er grote verande
ringen in de kunst en in de maatschappij stonden
te gebeuren.
P. Vlaardingerbroek beschrijft een gebouw in
de Kalverstraat, door architect A.C. Bleijs in 1886
ingrijpend gemoderniseerd. In 1910 kwam dit
pand in handen van Eduard Jacques Goudstikker
(1866-1924), bekend kunsthandelaar. Het interi
eur was het meest bijzondere van het pand: er
was bijvoorbeeld een museumzaal die voorname
lijk verlicht werd door een daklicht. Ondanks de