groot deel van de bevolking gevlucht. Tijdens het
calvinistisch schrikbewind worden de polders bij
Sint-Margriete in de jaren rond 1585 onder water
gezet om de Spaanse troepen tegen te houden. Dit
leidt tot een desastreuze economische situatie. In
1682 zorgt een zware storm voor nieuwe over
stromingen en tijdens de Negenjarige Oorlog
(1688-1697) bezorgt de Franse koning Lodewijk
IV de Vlaamse gewesten nog meer ellende. De
auteur belicht de periode 1648-1673, een kwart
eeuw van vechten voor het behoud van de
parochie en de bouw van een nieuwe kerk in
Sint-Margriete.
H. Notteboom schrijft ook over een kerkge
bouw, het Godshuis in Sint-Laureins in de negen
tiende eeuw, het grootste gebouw in heel Meetjes
land en ver daarbuiten.
P. van de Woestijne behandelt een anoniem
oorlogsdagboek uit 1914, en weet na onderzoek
vast te stellen dat de schrijver Eduardus Carolus
Julius Büge is, een Duits scheikundige die veel
heeft betekend voor de Vlaamse kunstwereld.
Verder artikelen over de Tweede Wereldoorlog (P.
van Acker) en een stoutmoedige diefstal te
Zomergem (W.A.M.C. Joos). Een exemplarisch en
sprekend verhaal van F. Bastiaan gaat over Joo-
ren Bastiaen, een man die vijf maal trouwde en
samen met alle echtgenotes - die ook vaak al
weduwe waren - uit zijn en hun huwelijken maar
liefst 29 kinderen had, waaronder dus veel stief
kinderen. Huwelijkscombinaties met een weduw
naar of weduwe maakten 20 a 30 procent uit van
het totale aantal huwelijken tot eind negentiende
eeuw. De verbintenissen hielden vaak niet langer
stand dan een jaar of tien, voornamelijk door
sterfte van vrouwen in of na het kraambed.
Veelal hadden deze mensen een zwaar en triestig
leven. Het fenomeen van al schikkingen treffen
om het bruidsbed in orde te maken als de ene
vrouw nog maar nauwelijks begraven was, was
niet uitzonderlijk. Deze Jooren Bastiaen her
trouwde zelfs drie keer binnen twee maanden na
het overlijden van een echtgenote.
Aanwinsten
79