Zeela
Schepen van de Middelburgse Commercie Compagnie, ca. 1770. Detail schilderij door Engel Hoogerheijden. Stadhuiscollectie
Middelburg.
uitgegeven. Gelukkig, want het zou zonde zijn
geweest als die niet breed beschikbaar was geko
men.
Van de zestiende tot begin negentiende eeuw
zijn in totaal ongeveer twaalf miljoen Afrikanen
als slaaf de Atlantische Oceaan over vervoerd om
tewerkgesteld te worden op de plantages in Ame
rika. De belangrijkste slavenhandelaren kwamen
uit Spanje, Portugal, Frankrijk en Engeland. De
Republiek nam er ca. 600 duizend voor haar reke
ning. De helft daarvan zat aan boord van
Zeeuwse slavenschepen. Al is vooral de MCC
bekend geworden en is de meeste informatie in
het boek van Tramper afkomstig uit het archief
van de MCC in het Zeeuws Archief, het was zeker
niet de enige Zeeuwse onderneming die in slaven
handelde. En trouwens niet Middelburg maar
Vlissingen was dé stad van de slavenhandel, met
slavenhandelaren als Rosevelt Cateau, Louijssen,
Kroef en De Zitter. Maar niet voor niets is het
archief van de MCC tot Unesco-werelderfgoed
verklaard. Het is uniek dat zoveel is bewaard
gebleven van een slavenhandelsarchief. Hierdoor
zijn de praktijk en de bedrijfsvoering van slaven-
reizen nauwgezet te reconstrueren. Van de Vlis-
singse handelaren is helaas niet zoveel tastbaars
overgebleven.
Als een van de weinigen hanteert Ad Tramper
de oude naam Commercie Compagnie van Mid
delburg in plaats van de door rijksarchivaris
Unger geïntroduceerde en steeds nagevolgde
afkorting MCC. De centrale vraag van het boek
82
Boekbesprekingen