4a stadje wordt herbouwd. De grond voor deze hui zen komt vervolgens vrij voor individuele kopers. Ook de Van den Broeckes kopen een perceel en laten Kloos in 1947 een nieuw Ceres voor hen ontwerpen. De bouw van dat huis, gelegen naast het nieuwe sportcomplex, door de gemeente even eens aan Kloos gegund, wordt het jaar daarna uitgevoerd. Ceres Wat meteen opvalt wanneer je van de straat rich ting het huis loopt, is het grote raam naast de voordeur. Achter dat raam bevindt zich de trap naar de verdieping, die daardoor baadt in een zee van licht. Die trap is de moeite van het bekijken waard. De vloer van de entreehal is gemaakt van lichtgrijze granito, inclusief de eerste trede van de trap. Dan pas start het eerste deel van de ver der houten trap, dat leidt naar een plateau, waar de trap een knik zijwaarts maakt. Onder dat eer ste deel van de trap zit een kast, enigszins ver diept tot halve kelder, voor de koele opslag van etenswaar. Trap en kast vormen een geheel. Vanaf het tussenplateau start dan het tweede deel van de trap, dat als open trap is opgebouwd, dus zonder stootborden. Op die manier zweeft de trap bijna als loshangend element tussen de verdie pingsvloer en de trapkast. Vanuit de hal kijkje tussen de treden en het grote raam door naar bui ten, het erf op. Zo lijkt het alsof de trap in feite buiten staat en de hal werkelijk een prachtige overgangszone tussen binnen en buiten is gewor den. Dat de voordeur zelf niet in de pui verwerkt is, maar precies ernaast, in het metselwerkvlak, benadrukt slechts de positie van de trap. Aan de andere zijde van het grote raam bevindt zich het lage overgangsgebouw tussen het woonhuis en het kantoor van Van den Broecke, die agent was van een verzekeringsmaatschappij en tevens fruitteler. In de volumeopbouw van het geheel zijn die twee duidelijk van elkaar onderscheiden. Woonhuis en kantoor worden beide afgedekt met een heel licht hellend, vlak dak, afgewerkt met bitumen, met een kleine overstek ten opzichte van de wanden, waardoor de dunheid van het dak helder afleesbaar wordt. Een van de principes van het Nieuwe Bouwen, een dak zo dun als een pot loodlijn, wordt op deze manier optimaal in prak tijk gebracht. Ook een tweede principe, namelijk een volumeopbouw en ruimte-indeling die gestuurd worden door het gebruik van de ruimtes, is mede door het losknippen van hoofdgebouw en bijgebouwen eveneens begrijpelijk gemaakt. Een volgend principe van de modernen wordt zichtbaar wanneer je om het huis bent heengelo pen en de achtergevel in ogenschouw neemt. Die De eerstesteenlegging van huize Ceres door dochter 'Ems' van den Broecke, 30 maart 1948. Foto A.M. van den Broecke. op de tuin gerichte gevel bestaat geheel uit hou ten puien waarin grote glaspartijen zijn opgeno men. Hier aan de zuidkant van het huis heeft de zon vrij spel. Alle leefruimte van het huis is aan deze gevel gesitueerd, de woon- en eetkamer op de begane grond en de slaapkamers op de verdie ping. In beide gevallen is tevens een aan dit woongebied gekoppelde buitenruimte gecreëerd. Beneden met een groot terras, boven met een over de volle breedte doorlopend balkon. Opnieuw gaan binnen- en buitenruimte vrijwel ongemerkt in elkaar over. In het kleinere bouwvolume van de kantoorruimte herhaalt zich dit beeld: aan de tuinzijde helemaal opengewerkt met puien en openslaande deuren, aan de entreezijde zo veel mogelijk gesloten metselwerkvlakken. In de plattegrond is dit ook goed afleesbaar. Alle ruimten die grenzen aan de noordzijde heb ben een granito vloer en bestaan voornamelijk uit dichte vlakken. Zon- en schaduwkant van het huis worden gescheiden door een halfopen wand. Dat wil zeggen, daar zijn uiteraard deuren in opgenomen, maar ook luiken die opengeschoven kunnen worden en kleinere glaspartijen. Aan de warme kant van het huis zijn alle vloeren van hout en de wanden zoveel mogelijk transparant. De functie van de ruimtes is op die manier met een herkenbaar. Zo wil Kloos het natuurlijk ook. Architect J.P. Kloos 101

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2015 | | pagina 15