Een van de grootste schelpen Cypraeacassis rufa).
Ezeltje (met stopverfresten).
Gedemonteerd stuk van de bovenkant.
110 '5 v°l van schatten hier
der de nautilus. Midden op het onderstel is een
prachtig ingelegde tazza of schaal geplaatst.
Op de onderkast zijn twee familiewapens aan
gebracht: het wapen van Job Baster links en dat
van zijn tweede vrouw Jacoba Vink rechts. Het
wapen van Job Baster heeft een springende haze
wind, geheel opgebouwd uit otolieten. Het oog
van de hond is gemaakt van een asgrauwe tol-
hoorn (Gibbula cineraria), het mondje van een
stukje bloedkoraal, de halsband van stompe ali
kruiken (Littorina obtusata
Het wapen van Basters tweede vrouw, Jacoba
Vink, is een stijgende leeuw, opgebouwd uit
bloedkoraal; het oog van de leeuw is een frag
mentje van een Zeeuwse mossel. Opvallend is dat
de stijgende leeuw in het wapen van Jacoba Vink
erg veel weg heeft van de leeuw in het Zeeuwse
wapen zoals dat in die tijd gebruikt werd.
Het raadsel van de otolieten
Niet alleen het wapen van Job Baster is opge
bouwd uit otolieten, hele vlakken en veel versie
ringen van het buffet zijn opgebouwd uit otolie
ten. Zo is een groot aantal velden ingelegd met
kaurischelpen (Lyncina lynx) en omrand met lijs
ten van otolieten. Het betreft otolieten van kabel
jauwen. Deze zitten aan de achterzijde van de
schedel bij vissen. Hoe groter de vis, des te groter
de otolieten. De gebruikte otolieten zijn duidelijk
afkomstig van behoorlijk grote kabeljauwen. Hoe
kwam Baster aan zoveel otolieten? Er is helaas
niets aan gegevens over de herkomst van dit
materiaal of het gebruik ervan bekend. We weten
wel dat Zierikzee in de tijd dat Baster er woonde
een rijke handelsstad was en dat er visserssche
pen uitgereed werden naar noordelijke wateren.
Een belangrijke bron van inkomsten was de
kabeljauwvisserij rondom IJsland. Gelet op de
afstand zal de vis wel als zoutevis aangevoerd
zijn. Of de koppen (met de otolieten) ook onder
het zout aangevoerd zijn is onbekend. Als dit niet
het geval was, moeten de otolieten afkomstig zijn
uit de koppen van vers aangevoerde kabeljauw, in
de kustwateren gevangen.