Zeeland 24.3 De koppen werden, net zoals de hom en het kuit, gegeten door het arme deel van de bevolking. Vooral vissenkoppen vonden gretig aftrek, je kon er nog wat vlees, de kelen en wangetjes (voorloper van de kibbeling) van afsnijden en bakken. De rest kon gebruikt worden om er een smakelijke vissoep van te bereiden. Na het uitkoken van de koppen bleven er nogal wat schedelfragmenten over. Mogelijk heeft iemand daar weieens in zit ten peuteren en de mooi gevormde gehoorbeentjes aangetroffen en die vanwege hun aparte vorm bewaard. Misschien heeft Baster ze ook wel zelf eens ontdekt, wat ertoe geleid kan hebben dat hij deze mooie juweeltjes is gaan verzamelen. Het is in elk geval niet erg waarschijnlijk dat hij zelf zoveel kabeljauw gegeten heeft dat hij voldoende otolieten had voor zijn buffet. Zouden inwoners van Zierikzee (zijn patiënten?) mee verzameld hebben? We weten er niets van. Een en al kleur Het buffet moet vroeger een overweldigende kleurrijke indruk gemaakt hebben. Helaas zijn de schelpen nu erg verbleekt. Veel gebruikte soorten zijn gedetermineerd en aan de hand van recente vondsten van deze soorten zijn de kleuren dus bekend. Met de huidige computertechnieken kun je ook een soort virtuele 'restauratie' toepassen door de schelpen in het buffet weer de oorspron kelijke kleuren te geven en daarmee de kleuren van het buffet van weleer een beetje terug te halen. Overigens is het buffet ook in werkelijk heid gerestaureerd. Tijdens een restauratie van de onderkast in de vorige eeuw, werden in plaats van de originele Mediterrane lakvenusschelpen (Callista chione) diverse soorten van de Zeeuwse stranden gebruikt, zoals de grote strandschelpen, pleistocene strandschelpen en strandgapers. Het buffet had dus, zoals hierboven vermeld, bij de schenking "beeldekens, vogelkens, perle d'amour fles". De "beeldekens" en de fles van "perle d'amour" (een rare verbastering van parel moer) zijn hierboven al besproken. De "vogel kens" zijn ongetwijfeld de twee vogeltjes, uit Saterkop. Deel van bloemenkrans. Wapens van Job Baster en Jacoba Vink. 't Is vol van schatten hier 111

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2015 | | pagina 25