Boekbesprekingen
Warning
Please look under
your vehicles
for penguins
Bart de Graaff, Caesar Hulstaert, Corine de Maijer,
Zeeuwen aan de Kaap, Middelburg 2015, 96 pp.,
met zwartwit-illustraties, ISBN 978-90-79875-
63-4, 12,50
Zeeuwen aan de Kaap is een bundel met verras
sende verhalen over Zeeuwen in Kaapstad. Of
beter, in de Nederlandse kolonie in en rondom
Kaapstad in de zeventiende en achttiende eeuw.
Maar de meeste van deze verhalen spelen zich in
de stad zelf af. Vaak zijn het korte fragmenten
van familiegeschiedenissen, kort omdat de
archieven niet meer prijsgeven. Soms blijken er -
voor de lezer - onverwachte dwarsverbanden tus
sen de verhalen te bestaan, die je het gevoel
geven wat meer in contact te staan met de Kaap
bewoners van toen. Wanneer je begint te denken
dat dit een opzettelijk, met gevoel voor suspense
aangebracht thema van het boek is, heb je het
mis. Het blijken toevallige overeenkomsten, die
vooral irritant worden als over een bepaalde per
soon in een paar alinea's hoegenaamd niets ver
teld wordt. Dan gebruiken de schrijvers slechts
een archiefnaam ter inleiding van een geheel
andere anekdote over iemand met dezelfde naam
of bij een soortgelijke gebeurtenis. In een enkel
geval doet het je wenkbrauwen fronsen, zoals bij
de familie Van Hoorn, in het verhaal 'Geen blij
vertjes'. Dit start met de mededeling dat Judith
van Hoorn uit Koudekerke in 1700 trouwt met
Gerrit Dirx. Meer is over haar niet bekend. Dan
volgt het relaas over Jan van Hoorn uit Middel
burg die in 1704 wordt aangesteld als zieken
trooster en ruzie krijgt met een foute dominee.
Jan overlijdt in 1716. Twee verhalen verder, in 'De
Schoenflicker uit Breskens', komt plotseling de
naam van Johanna van Hoorn naar voren. Zij
blijkt nota bene een kleindochter van Jan van
Riebeeck te zijn. We schrijven 1710, maar geen
woord over een eventuele relatie met die andere
twee Van Hoorns: ook zij wordt slechts in de
marge genoemd. Een erg onbevredigd feit, want
mocht er een connectie bestaan hebben tussen
Johanna, Judith en Jan, dan plaatst dit de
geschiedenis van de ziekentrooster in een heel
Table Mountain National Park
ander licht. Voor het boek zou dat een verrijking
geweest zijn, want nu komen de meeste hoofdper
sonen uit onze provincie er maar slecht vanaf.
Logisch misschien, wanneer je bedenkt dat vooral
de aanstootgevende en criminele feiten in de
archieven bewaard gebleven zijn. Brave burgers
die geen aanleiding gaven tot het opstellen van
een strafblad of een medisch dossier, verdwenen
'vanzelf' uit de geschiedenis. Jammer dat de
schrijvers hier niet wat meer aandacht aan heb
ben besteed. Nu krijg je onwillekeurig de indruk
dat alle Zeeuwen in de kolonie gespuis waren en
zelfs met dat doel naar de Kaap gereisd of
gestuurd werden. Kaapstad als strafkolonie geeft
toch op z'n minst een scheef beeld.
Leuk is dit boek vooral door de soms grappige
voorvallen in de verhalen. Of ook vanwege de
details en wetenswaardigheden in de marge, die
ik als regelmatig bezoeker van de kaepse vleck
ook niet altijd wist. Bijvoorbeeld dat men in de
eerste jaren weinig te eten had in de nieuwe kolo
nie zodat op Robbeneiland (toen nog Dassenei-
land geheten) noodgedwongen pinguïn werd
gegeten. Voorwaar geen delicatesse. Ook de
beschrijving van de vangst en slacht van een
nijlpaard spreekt tot de verbeelding, evenals de
jacht op giraffes waarvan men dacht uit de
beschrijving van de inlanders te kunnen opma-
Boekbesprekingen
121