Zeek zondagmorgen ooit vaak zijn her veldleeuweriken overal en altijd dan weet ik weer waar bij benadering wanneer kijk om: daar dut een stad aan een water dar van v naar v voert zonder overkant - nog - dan het station fiets ik van prooijense naar nu ril kerkklokken misschien ook wel ver weq in mijn hoofd en later het moet het zal het is of mogelijk wel langer zelfs ik zoek mijn weg oude veerse pen hazen in een boekje en kluten jonge kluten hanenpoten schellach dan een enkel huis

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2015 | | pagina 30