drong de soort door tot akkers in het waterwinge
bied. Bestrijding is hier extra moeilijk omdat het
gebruik van pesticiden in verband met de drink-
waterbelangen verboden is.
Overigens lijkt het knolcyperusprobleem
inmiddels onbeheersbare proporties aan te
nemen. Zo bleek het complete Floriadeterrein bij
Venlo besmet met dit beruchte onkruid.
invloed. Het is een fenomeen dat veel voorkomt
bij invasieve exoten: planten of dieren vullen
ecologische niches die totaal anders zijn dan die
in hun oorspronkelijke verspreidingsgebied. En
juist dat maakt het optreden van invasieve exo-
ten vaak zo onbeheersbaar!
Ten slotte
Goudknopje (Cotula coronopifolia)
Het goudknopje is oorspronkelijk afkomstig uit
Zuid-Afrika. In Nederland werd de soort voor het
eerst aangetroffen in 1972 in de Flevopolders en
wat later in het Lauwersmeergebied. De Zeeuwse
groeiplaatsen van deze soort hebben allemaal een
min of meer brak karakter en vanuit de lokale
situatie bekeken lijkt het goudknopje zich te
beperken tot een ecologische niche in vegetaties
met bijvoorbeeld zilte schijnspurrie (Spergularia
maritima) en stomp kweldergras (Puccinellia dis-
tans). Ook elders in Nederland lijkt er sprake van
een voorkeur voor brakke omstandigheden. Dat
de plant ook in heel andere milieus kan gedijen
zag ik tijdens een vakantie op Lesbos in 2014.
Daar groeide het goudknopje op berghellingen
waar in de verste verte geen sprake was van zilte
De zeven soorten die hier behandeld zijn vormen
maar het topje van de ijsberg. In de tabel wordt
nog eens samengevat hoe divers de herkomst, het
biotoop van de verschillende soorten en de
belangrijkste problemen zijn.
De opmars van invasieve exoten leidt dus niet
alleen tot problemen voor de inheemse flora en
fauna. Ook in economische zin kan de inburge
ring van een exoot grote gevolgen hebben. De
Japanse oester, die enerzijds als populaire delica
tesse voor de schelpdiersector van groot belang
is, is ook verantwoordelijk voor het verloren gaan
van recreatiemogelijkheden op plaatsen waar de
vlijmscherpe schelpen uitgebreide riffen vormen.
Inmiddels is ook de Japanse oesterboorder gearri
veerd die op zijn beurt weer een bedreiging vormt
voor de oestertelers. Het is maar een voorbeeld
uit vele van de wijze waarop de globalisering van
Watercrassula
Herkomst
Nieuw-Zeeland
en Australië
Jaar van aankomst Probleem
1995
Ontwrichting water
en oeverleven
Biotoop
Waterpartijen en
oevers
Nijlgans
Noord-Afrika 1975
Agressie en
verdringing
Moerassen en
graslanden
Zonnebaars Noord-Amerika Voor 1916
Verdringing en
predatie
Zoete water
partijen
Japanse oester Japan
1963
Inperken recreatie
mogelijkheden
Buitendijkse zoute
wateren
Bezemkruiskruid Zuid-Afrika 1975
Verdringing
zeldzame endeem
Bermen, duinen
en graslanden
Knolcyperus Azië
1970
Landbouwschade,
verdringing
Akkers
Goudknopje Zuid-Afrika 1972
Verdringing
zoutplanten
Zilte graslanden
binnendijks
Uitheemse flora en fauna