De auteurs in dit nummer
flora en fauna tot een kettingreactie van onvoor
ziene problemen leidt.
Problemen worden in veel gevallen pas seri
eus genomen als er een economische component
aan zit. Vermakelijk in dit verband is de vondst
van de Amerikaanse kersenboorvlieg in het duin
gebied Oranjezon. De larve van dit minuscule
vliegje leeft daar in bessen van de Amerikaanse
vogelkers en de vondst van het vliegje leek aan
vankelijk alleen maar vermeldenswaardig voor
het biologisch rariteitenkabinetje. Totdat de
Japanse ambassade er lucht van kreeg en dreigde
met een Japans verbod op kersenimport vanuit
Nederland. De Plantenziektekundige Dienst liet
weten dat het rooien van de gastheerbomen de
enige optie was om deze economische rampspoed
(een markt van 5 miljoen euro per jaar) te voor
komen. De animo om Amerikaanse vogelkersen
te rooien verdween pas toen duidelijk werd hoe
veel exemplaren het 'geïnfecteerde' gebied telde:
een paar miljoen.
Het is kortzichtig om alleen door de economi
sche bril en vanuit een kortetermijnperspectief
naar het probleem van invasieve exoten te kijken.
In veel gevallen is trouwens ook niet te beoorde
len wat de economische effecten op langere ter
mijn zullen zijn.
Het spreekt voor zich dat een gebied kwets
baarder is naarmate het een meer uitgesproken
eigen karakter heeft. In dat opzicht heeft Zeeland
veel te verliezen. Langs de kust van West-Europa
is er nauwelijks een gebied te vinden waar zee en
land zo sterk met elkaar verstrengeld zijn. Onze
Delta, met zijn vele overgangen tussen zee en
land, zout en zoet, nat en droog en nog tal van
andere aspecten, is een ecologische hotspot, met
veel waarden die van internationale betekenis
zijn.
M. Jacobusse (1955) is vanaf 1978 werkzaam
bij stichting Het Zeeuwse Landschap. Sinds
2001 is hij hoofd van de afdeling Ecologie en
kwaliteitszorg.
versiteit van Gent (archeologie). Zij is conser
vator Archeologie van het Zeeuws Genootschap
en bestudeert de collecties in het Zeeuws
Museum en bij de SCEZ.
Ing. P.H. de Dreu (1939) is werktuigbouwkun
dige en had een adviesbureau voor kwaliteits
management en certificatie. Hij schreef een
groot aantal publicaties op zijn vakgebied. Hij
is al heel lang sterk geïnteresseerd in de geolo
gie en in de malacologie. Sedert 2005 is hij
voorzitter van de werkgroep Geologie van het
Zeeuws Genootschap.
A.J.L. Feldbrugge BA (1953) was docent ruim
telijke beeldende vorming aan de Hogeschool
Zeeland. Zij studeerde in 2015 af aan de Uni-
M. Gossije (1952) is literair vertaler vanuit het
Frans en het Engels en conservator Historische
voorwerpen het Zeeuws Genootschap. Momen
teel houdt zij zich bezig met de ontsluiting van
het oud-archief van het Genootschap.
Drs. I.H. Vogel-Wessels Boer (1939) studeerde
sociale geografie in Utrecht. Zij is sinds 1987
conservator van de Zelandia Illustrata, de his-
torisch-topografische atlas van het Zeeuws
Genootschap.
26
Uitheemse flora en faun