mogen worden gesuprimeerdt, hoedanig het met een en ander is gelegen. In welke verwachting de eer heb te zijn Vander Straten van den Hille Het Huys te Hoorn onder Rijswijk bij 's Hage den 23 Nov. 1829 Van der Straten beklaagt zich met name over de suggestie dat men hem te min zou achten. Hierop stuurt directeur Van Citters een 'interne' brief aan de directeur die verzuimd heeft de jonkheer op tijd te bedanken. Middelburg, 29 Nov. 1829 Wel Edel Gestrenge Heer, Schrijver van inleggende missive is een groote kwast. Zooveel leven te maken voor het portret van eenen man, wiens verdien sten, zoo veel ik weet, zoo gering zijn, dat ik betwijfelen mag of men immer zijner gedacht zoude hebben, bij aldien hij niet in het jaar 1787, bij de verheffing van Willem IV tot stadhouder, alleen uit hoofde van zijn geslagt- naam tot vertegenwoordiger van den Eerst Edelen ware benoemd geworden, en dan nog zoo veel ophef van den Heer Huisman te maken, die een goed man was - mais voila tout. Waarlijk dat is al te gek - en dan nog den brief te laten aantekenen! Volgens de ingewonnen informatien van den Heer vd Straten van den Hille is UEdGb de man die bij het Genoodschap aan den kaek nagelaten heeft dien Jonkheer voor zijn over heerlijk geschenk te bedanken, en daarvoor bij het Genootschap aan de kaak moet staan. Bij aldien UEdGb vergeten heeft den Hr vdStr te bedanken, dan is dat nog geene doodzonde, en den Hr vdStr verdient dat zijn gekke brief in het Genootschap voorgelezen worde - en vooral dat het antwoord hetwelk hij bekomen zal, ook aangetekend worde, om hem te nood zaken zijne villa te verlaten om den brief af te halen. Ontvang, Mijn Heer, de verzekering mijne bij zondere achting UEDGeb dd Dienaar A.C. van Citters In plaats van ootmoedig toe te geven dat men bij het Genootschap in gebreke is gebleven, kiest Van Citters de aanval. De directeuren van het Genoot schap voelden zich kennelijk ver verheven boven de schenker, want Van der Straten wordt wegge zet als een "kwast". We weten natuurlijk niet in hoeverre Van Citters en Van der Straten elkaar persoonlijk kenden. Voor zover bekend is het de enige schenking die Van der Straten ooit deed aan het Genootschap. Het zal dus wel de toon van diens brief geweest zijn die Van Citters tot zijn negatieve kwalificatie verleidde. Niet alleen stelt hij voor de brief van Van der Straten in de verga dering voor te lezen - ongetwijfeld om diens kwasterige karakter te demonstreren -, hij onder neemt ook een kleine wraakactie door voor te stellen de bedankbrief eveneens aangetekend te versturen, "om hem te noodzaken zijne villa te verlaten". Pikante details die te vinden zijn in de bewaard gebleven ingekomen stukken en notulen van het Genootschap, in dit geval in KZGW, inv. nr. 64. Al deze stukken worden de komende jaren geïnventariseerd, wat ongetwijfeld zal leiden tot nog meer fraaie vondsten. 32 't Is vol van schatten

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2016 | | pagina 34