veld ligt, lijkt de economie van Zeeland ook een
flink zwart graantje te hebben meegepikt. Het
kapen van schepen en het in beslag nemen van
goederen is immers niet het hele verhaal van de
kaapvaart. De goederen moesten vervolgens ook
weer verkocht worden. De precieze gang van
zaken rond deze markt van inbeslaggenomen
goederen is in schimmigheid gehuld, maar het is
opvallend dat men regelmatig Zeeuwen ervan
verdacht dat zij gestolen goederen hadden
gekocht. Een zaak tussen Zierikzee en Antwerpen
lijkt bijvoorbeeld te duiden op de verkoop van
dergelijke goederen in Zierikzee. Een andere aan
wijzing is het beklag in 1492 van de Engelse
koning Hendrik VII over een Middelburger die
gestolen goederen zou hebben gekocht. Ook van
Duitse zijde werd er geklaagd. De Hanzestad
Lübeck verweet Filips van Bourgondië-Beveren in
1490 bijvoorbeeld dat er in zijn gebieden gestolen
producten werden verkocht, waarop Filips ant
woordde dat hier voortaan beter op zou worden
toegezien.
Besluit
De wisseling van kamp van Filips van Bourgon-
dië-Beveren had niet alleen een grote invloed op
de situatie in Zeeland, maar ook op het verdere
verloop van de opstand. Filips werd namelijk in
1491 door Maximiliaan tot admiraal van de
Nederlanden benoemd. Gewestelijke admiralen
kende men al langer, maar de functie van één
admiraal voor de gehele Nederlanden was bij het
uitbreken van de Tweede Vlaamse opstand slechts
drie jaar oud. Hoewel de functie tot doel had om
de machtspositie van de aartshertog op zee te
vergroten en te centraliseren, lijken de admiralen
tot 1491 voornamelijk een administratieve rol te
spelen en waren ze vooral betrokken bij het
bemiddelen voor het verkrijgen van vrijgeleiden.
Filips had echter een sterke maritieme machtsba
sis in Zeeland en wist, mede met eigen schepen,
een succesvolle blokkade rond de haven van Sluis
te leggen.
De havenstad was op dat moment zo goed als
geïsoleerd. Hoewel in 1490 zowel Gent als Brugge
zich opnieuw bij de opstand aansloten en men
weer Franse steun wist te verkrijgen, sloeg de
opstand in tegenstelling tot twee jaar eerder niet
over naar andere steden. De troepen van Maximi
liaan wisten vrij snel Brugge te isoleren van Sluis
en Gent, waardoor de stad zich op 29 november
1490 moest overgeven. Het zou echter nog twee
jaar duren voordat ook Gent en Sluis bezweken
onder het militaire en maritieme overwicht van
Maximiliaan en Filips van Bourgondië-Beveren.
Gent gaf zich op 29 juli 1492 over met de Vrede
van Cadzand en Sluis volgde niet lang daarna, op
18 september van datzelfde jaar. De Tweede
Vlaamse opstand was toen daadwerkelijk voorbij.
Literatuur
- Paul Brusse en Peter Henderikx eds., Geschiedenis van
Zeeland, deel I:Prehistorie - 1550, Zwolle 2012.
- O. Gelderblom, Cities of commerce; the institutional foun
dations ofinternational trade in the Low Countries, 1250
1650, Princeton 2013.
- J. Haemers, C. van Hoorebeeck en H. Wijsman eds., Entre
la ville, la noblesse et l'état: Philippe de Clèves 1456-1528),
hommepolitiqueet bibliophile, Turnhout 2007.
- L.H.J. Sicking, Zeemacht en onmacht:maritieme politiek in
de Nederlanden, 1488-1558, Leiden 1996.
- J.G. Smit e.a. ed., Bronnen voor de geschiedenis der dag
vaarten van de Staten van Zeeland 1318-1572. Bd. II: Tek
sten 1479-1536, Den Haag 2011.
- W.S. Unger, Bronnen tot de geschiedenis van Middelburg in
den landsheerlijken tijd, dl. I, II en III, Den Haag 1923-1931.
Die van der Sluy: