ruig viooltje grote tijm nachtsilene doncferkmid zachte haver fakkeigras
Figuur 1. Verspreiding van enkele plantensoorten van kalkrijke duingraslanden in de duinen van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse
eilanden. Naar Van Haperen, 2009.
Het duidelijkste voorbeeld is de knip in het duin
landschap ter hoogte van Bergen (NH). Ten noor
den van Bergen zijn de duinen opgebouwd uit
zand dat weinig kalk en ijzer bevat. Dit in tegen
stelling tot de meer zuidelijke duinen van de Hol
landse vastelandskust, die rijk zijn aan kalk en
ijzer. Deze chemische verschillen zijn terug te
vinden in de plantengroei. Ten noorden van Ber
gen komen veel heidevegetaties voor en andere
planten van kalkarme bodems. Ten zuiden van
Bergen zien we veel meer duindoornstruwelen en
kalkrijke duingraslanden. Deze verschillen zijn
zo sterk, dat botanici zelfs spreken over twee ver
schillende plantendistricten in de duinen, het
Waddendistrict en het Renodunaal district. Deze
verschillen vinden hun oorsprong in een ver
schillende herkomst van het duin- en strandzand.
De duinen van het Waddendistrict zijn opge
bouwd uit zand dat relatief vroeg in het Pleisto
ceen door toenmalige rivieren is aangevoerd van
uit het Baltische gebied. Het zand van het Reno-
dunaal district is door de Rijn en de Maas aange
voerd vanuit Midden-Europa, voor een deel pas
in het Laat-Pleistoceen.
Kalk als factor in het duinlandschap
De duinen van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse
eilanden werden tot voor kort altijd tot het kalk-
rijke Renodunale floradistrict gerekend. Dat is
wel merkwaardig, want al sinds het begin van de
vorige eeuw is bekend dat de duinen van Schou
wen en Walcheren, in tegenstelling tot die van
bijvoorbeeld Voorne, gekenmerkt worden door het
ontbreken van veel kalkminnende plantensoor
ten. Ook kwam en komt er heide voor. Figuur 1
laat de verspreiding zien van enkele kalkmin-
nende duingraslandplanten op de Zeeuwse en
Zuid-Hollandse eilanden. Hieruit blijkt duidelijk
dat zich op een afstand van niet meer dan enkele
tientallen kilometers grote verschillen in het
voorkomen van plantensoorten kunnen voordoen.
Dit komt overeen met bodemkundige verschillen.
In de duinen van Voorne ligt het kalkgehalte
overal in de orde van 3 tot 6 procent, terwijl de
gehalten op Schouwen en Walcheren nergens
hoger zijn dan 2 tot 3 procent en op veel plaatsen
zelfs niet hoger dan 1 procent. Goeree neemt in
dit opzicht een tussenpositie in: op sommige
plaatsen zijn de kalkgehalten vergelijkbaar met
60
Biodiversiteit ie de duine