Uit zijn omhulsel geprepareerde zeepok (Coronula).
aanwezig is. De rest van de kalkschaal zit een
aantal centimeters diep in de walvishuid en zorgt
voor de vasthechting van de walvispok. Het
kreeftachtige diertje ligt op zijn rug in de leef
ruimte, zijn pootjes (de cirri) steken naar boven
en daarmee wappert hij constant voedsel (plank
ton) naar binnen.
Omdat de pokken de walvis in wezen geen
schade berokkenen en ze geen voedingsstoffen
aan de walvis onttrekken maar er slechts er
bovenop groeien, zijn het dus geen parasieten. De
aanwezigheid van de walvispokken is dus niet
echt schadelijk voor de walvis, afgezien van
mogelijk wat jeuk en ontstekingen van de huid.
Dieren die op andere dieren leven heten epibion-
ten (Grieks: erop levend); de pokken en de wal
vissen eten allebei plankton (zij het de ene klein
plankton en de ander groot plankton) en het zijn
dus feitelijk ook commensalen (Latijn: van 'com'
en 'mensa', wat samen aan tafel betekent). De
walvispok heeft voordeel van zijn zwemmende
vasthechtingsplaats en eet met de walvis mee.
Maar de walvis heeft van de pokken geen voor
deel, eerder zelfs een (licht) nadeel. Commensalen
dus.
De walvispokken zijn zo afwijkend van de
gewone zeepokken dat ze in een aparte groep
geplaatst worden: de familie Coronulidae. Er zijn
Zeeuwse walviszeepokken. Staafje is 1 cm.
70
't Is vol van schatten