Joodse vluchtelingen. Schilderij door Jean Albert Pollones (1882-1972), ca. 1935. Uit: Holland, historisch tijdschrift, 2016,1. terdam en Den Haag in de negentiende eeuw wordt met elkaar vergeleken door T. Radecker. Ook gemeenschappen in kleinere plaatsen hadden vaak een levendig joods gemeenschapsle ven. W. Willems en H. Verbeek tonen een portret van de joden in Scheveningen, eerst sterk Oost Europees gericht, later vermengd met Hollandse invloeden. In de opkomst en ondergang van deze lokale gemeenschap zijn alle aspecten van migra tie, vestiging, integratie en groepsvorming te herkennen. In de jaren dertig van de twintigste eeuw werd Nederland regelmatig geconfronteerd met joodse vluchtelingen uit Duitsland, Oostenrijk en Polen. De Amsterdamse kunstenaar Jean Albert Pollones (1882-1972) vervaardigde rond 1935 een aangrijpend schilderij met de titel 'Joodse vluch telingen'. F. de Hoog vertelt over dit schilderij, dat van juli tot november 2016 te zien zal zijn tijdens de tentoonstelling over joods Den Haag in het Haags Historisch Museum. In De Maasgouw, tijdschrift voor Limburgse geschiedenis en archeologie (2016, 1) veel nieuws op archeologisch gebied. L. Verhart bespreekt verschillende bijlen en andere werktuigen uit de Prehistorie: vuurstenen gebruiksbijlen, pronkbij- len die misschien een rol speelden in het sociale domein van de samenleving, hamers, strijdha mers en bijlen als geneesmiddel. In het volksge loof konden bijlen water tegen besmetting beschermen, gewassen vrijwaren voor ziekten of het weer voorspellen. G.H.A. Venner schrijft over de 'bouw van de parochiekerk van Sint-Christoffel te Roermond', en J. Slangen brengt de boerderij Mortelshof onder de aandacht. Deze boerderij, ten zuidoosten van Roermond, werd in 1829 gesticht en evolu eerde later tot selectiebedrijf van zaaigranen en pootaardappelen. In 1945 afgebroken en weer opgebouwd, geldt de boerderij nu als fraai voor beeld van architectuur tijdens de wederopbouw. De Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas zond het jaarboek 2015, Annalen deel 118. E. De Keyzer beschrijft hierin de geschiedenis van de klompenmakerij in het Waasland. Zijn studie is een eerbetoon aan de duizenden klompenmakers die hier groot vak manschap lieten zien. De eerste klompen zijn al in de achtste eeuw gesignaleerd, vanaf de veer tiende eeuw werd het schoeisel een normaal ver schijnsel in het Waasland. Pas in de achttiende eeuw nam de huisarbeid van de klompenmakers een hoge vlucht. Bomen waren goedkoop en overvloedig aanwezig en door misoogsten in de jaren 1740-1741 daalde het inkomen in de land bouw drastisch, zodat men naar andere bronnen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2016 | | pagina 36