Het voorplat van Zeeuwse strandfossielen toont een aantal van
die fossielen. Op de achtergrond aanspoelsel op De Kaloot.
die je ook kunt vinden als je erop let. Ook (frag
menten van) fossiele walvissen worden bespro
ken, net zoals fossiele punten van krabbenscha-
ren, fossiele sponzen, fossiele zeepokken, fossiele
graafgangen van garnalen en rare stenen, van
vuursteen tot limoniet. En nog andere zaken die
je op het strand kunt vinden. In die rubriek curi
osa ('Overige fenomenen' geheten) blijf je blade
ren.
In het eerste deel van het boek wordt inge
gaan op de geologische geschiedenis van Zeeland,
wordt iets gezegd over de geschiedenis van de
verzameling van het Genootschap en worden de
beste stranden aangegeven om op te zoeken. Pri
mair natuurlijk De Kaloot en Cadzand, maar door
de vele zandsuppleties kunnen nu ook op andere
stranden bijzondere vondsten gedaan worden. Ten
slotte wat aanwijzingen hoe een collectie te orde
nen en te bewaren.
De werkgroep heeft met de productie van dit
boek een mooie prestatie geleverd. Juist omdat
het bedoeld is voor de geïnteresseerde leek. Wie
raapt er tenslotte nooit eens wat schelpjes op?
Dan wil je er toch iets meer over weten? En wel
licht houdt de werkgroep er een aantal nieuwe,
jonge leden aan over. Dat zou helemaal een mooie
bijvangst zijn.
Gerard Heerebout
Yvette Lardinois, Jan Goossen, beeldbouwer.
Dreischor/Antwerpen 2015. ISBN 978-90-807286
7-7, hardcover, 19,-
Van de 126 pagina's die dit boek telt, bestaan er
meer dan honderd uit foto's van het werk van
beeldend kunstenaar Jan Goossen (overleden in
Vrouwenpolder, 2005). Dat is een goede keus
geweest van auteur en samenstellers, want het
werk van deze in 1937 in Venezuela uit Zeeuwse
ouders geboren kunstenaar is prachtig. Of het nu
gaat om zijn abstracte beeldhouwwerk, zijn accu
rate schetstekeningen of zijn meer vrije, grafische
tekeningen, ze spreken tot de verbeelding. Lang
niet alles is gemakkelijk begrijpbaar. Zeker niet
in combinatie met de verhullende titels van som
mige werken. Jammer genoeg geeft de tekst daar
over geen uitsluitsel, zelfs geen begin van uitleg.
In feite is het niet meer dan een korte introductie
en een levensbeschrijving van de kunstenaar,
wiens tweede echtgenote de auteur van het boek
is. Van dichtbij meegemaakt, dus met de feitelijke
weergave van zijn levenspad zit het wel goed.
Waar de intrigerende subtitel "beeldbouwer" van
daan komt en op welke manier we dit kunnen
teruglezen in de getoonde werken, komt evenmin
aan bod. Hiervoor moeten we terugvallen op het
artikel over Goossen dat verscheen in nr. 2, jrg.
22 van tijdschrift Zeeland. Bij dat artikel was
weinig ruimte voor illustraties, die in dit boek