Het dorp Biggekerke. Potloodtekening gewassen in Oost-Indische inkt door J. Bulthuis, ca. 1790. Zeeuws Archief (ZA), Zeeuws Genootschap (ZG), Zelandia Illustrata (ZI), II-63. daarvan is amper iets bekend. Pacht en pachtver- anderingen zijn heel wat moeilijker te onderzoe ken dan de bij Zeeuwen Gezocht zo mooi oproep bare landtransacties. Een verdere reconstructie, ook voor de jaren vanaf 1806, zal een arbeidsin tensief karwei blijken te zijn. Noten 1. Geschiedenis van Zeeland IV, pp. 97, 113, 118, 119. 2. P. Priester, Geschiedenis van de Zeeuwse landbouw circa 1600-1910, 't Goy-Houten 1998, p. 190, cursivering door JZ. 3Geschiedenis van Zeeland III, pp. 61, 73. 4. O.S. Knottnerus, Het Oldambt in de achttiende eeuw - een inleiding (http://ottoknot.home.xs4all.nl/werk/1748. html); Priester, p. 56. 5. Priester, pp. 88, 89, 108, 185. 6. Geschiere, Het leven, pp. 46, 47; Geschiere's boek komt voor in Priesters literatuurlijst. 7. De eerste honderd transacties die verschijnen na het invullen van "koper" onder "rol" en van "land" onder "alle velden". De landerijen, verkocht met huis/hof zijn niet meegeteld, het totaal is wel aangevuld tot honderd transacties. 8. Bouman, Geschiedenis van den Zeeuwschen landbouw, Wageningen 1946, pp. 19-21. 9. Zeeuws Archief, Middelburg, Archief NH gemeente Grijpskerke, inv.nrs. 73 en 77-80 (armenrekeningen over 1790, 1795, 1798, 1802 en 1809). De berekening is gemaakt op basis van steeds dezelfde twee stukken weiland en twee stukken akkerland. Het getal 100 (1790) staat voor 2 pond en 16% schelling (weiland) per gemet en 3 pond per gemet (akkerland). 10. Ook een twijfelgeval was Jan Gillisse Pieterse die te

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2016 | | pagina 18