neer nadat ze in een hoog tempo een hernieuwde
studie medicijnen hadden gedaan. Twee begonnen
een praktijk in Terneuzen. Dr. Emiel van Bock-
staele (1870-1954) vestigde zich daar als chirurg,
de eerste in Zeeuws-Vlaanderen. Hij werd er zeer
gewaardeerd: zijn veertigjarig jubileum als medi-
Emiel van Bockstaele (1870-1954), de eerste chirurg in
Zeeuws-Vlaanderen.
cus werd groots gevierd. In 1939 vertrok hij naar
Gent. Hij speelde verder geen rol meer in de
Vlaamse Beweging.
Veel minder bekend is de komst naar Terneu-
zen van Gustaaf Doussy (1881-1948). Doussy had
in 1917 een leerstoel gynaecologie aan de Gentse
universiteit gekregen en hij was lid van de Raad
van Vlaanderen. Om die reden werd hij bij ver
stek veroordeeld tot vijftien jaar dwangarbeid. In
1921 vestigde hij zich (na een nieuwe studie) in
Terneuzen als arts met het nieuwe specialisme
"voortplantingsorganen - mannen en vrouwen,
huidziekten en verloskunde". Mevrouw Doussy -
een professioneel musicienne, de componiste van
Van den Bruele's Neuzenlied - werd directeur van
de muziekschool. Kort na de zogenoemde uitdo-
vingswet (waarbij de straffen niet meer werden
geëxecuteerd), in 1930, keerden ze terug en begon
Doussy een praktijk in Kortrijk.
De derde medicus met een Vlaams blazoen,
Adriaan Martens, ging na zijn studie naar Mid
delburg.
Gustaaf Doussy (Kortrijk 1881 - Gent 1948), studeerde genees
kunde in Leuven, werd tijdens zijn studie flamingant. Gedurende
de Eerste Wereldoorlog werd hij hoogleraar gynaecologie aan de
vervlaamste universiteit van Gent en lid van de Raad van Vlaan
deren, op grond waarvan hij tot vijftien jaar werd veroordeeld.
Doussy studeerde net als zijn collega Van Bockstaele in Nederland
opnieuw medicijnen en vestigde zich in Terneuzen als specialist
urologie en gynaecologie. In 1929 ging hij weer naar Kortrijk.
Rijksmuseum, Amsterdam.
Martens
Adriaan Martens' Vlaamse gevoelens ontwaakten
aan het atheneum in Antwerpen. In Gent, waar
hij geneeskunde studeerde, leerde hij in de stu
dentenbeweging de Vlaamse strijd kennen. Als
huisarts in Deinze ontwikkelde hij zich tot speci
alist in de interne geneeskunde. In 1916 werd hij
hoogleraar in Gent. Een lidmaatschap in de
tweede Raad van Vlaanderen (in 1918) lag voor
112
Vlaamse activiste