genomen. Gewoon, heel logisch, wordt de hele
rivier stukje bij beetje behandeld, elk traject in
een hoofdstuk. Het eerste traject loopt van de
bron tot aan Antoing, het tweede van Antoing
naar Gent, het derde traject van Gent tot Rupel-
monde, het vierde traject van Rupelmonde tot de
grens en het laatste traject loopt van de grens tot
de Noordzee en behandelt dus ook Zeeland. Het
slothoofdstuk biedt een vooruitblik naar de toe
komst.
Hoewel het boek een vracht aan gegevens
bevat is het heel toegankelijk geschreven. Alles
vindt zijn plek, of het nu gaat over verschillende
typen binnenvaartschepen, van spits (38 meter)
en kempenaar (50 meter) tot het duwkonvooischip
(tot 190 meter), met overzichtelijke tekeningen
erbij, of over de diverse steengroeven langs de
rivier (zoals die van de kalksteen van Antoing en
de Balegemse steen) of het afval van metaalerts
(zink, lood, koper, cadmium) dat voor een bijzon
dere flora heeft gezorgd, alles komt aan de orde.
Er is ook volop aandacht voor al die bijzondere
steden en dorpen langs de rivier en ook voor de
kloosters en boerderijen. Over alles wordt wel wat
leuks of interessants verteld. En natuurlijk komt
ook de natuur uitgebreid aan de orde: afgesneden
meanders; zoet-, brak- en zeewaterschorren, met
alle planten en dieren die daarbij horen.
De havenontwikkeling van Antwerpen, de
verdieping van de Westerschelde en de natuur
compensaties, en de pogingen om het natuurlijk
karakter van de Schelde te behouden en te ver
sterken worden beschreven. De Hedwigepolder
komt natuurlijk ook aan de orde. Het is interes
sant om te lezen hoe van Belgische zijde tegen de
ontwikkelingen aan Nederlandse zijde wordt aan
gekeken. Nadat de negatieve trends van de ver
dieping van de Westerschelde beschreven zijn
vervolgt Patrick Meire: "Heel veel opties werden
overwogen en de ontpoldering van de Hertogin
Hedwigeploder en een deel van de Prosperpolder
bleek uit alle studies de beste oplossing. Deze
optie werd opgenomen in een verdrag tussen
Vlaanderen en Nederland. Vlaanderen begon al
volop met de uitvoering van het project op
Vlaams grondgebied. De Nederlandse overheid
daarentegen zag door lokaal protest plots van de
ontpoldering af. Dit leidde tot grote spanningen
tussen Vlaanderen en Nederland en zorgde voor
rechtsonzekerheid. Gelukkig zijn de plooien
inmiddels gladgestreken en is de volledige ont-
poldering voorzien voor 2019."
Ook het Nederlandse deel van de Schelde komt
uitgebreid aan de orde en aangezien Zeeland toch
zo'n beetje de voortuin van Vlaanderen is, wordt
meteen heel Zeeland behandeld. De Schelde liep
vroeger immers ook door de Oosterschelde en nog
vroeger mondde de Schelde ergens bij Voorne uit.
Het ontstaan van de estuaria wordt besproken, de
invloed van de mens op de estuaria door alle
inpolderingen, de buitendijkse schorren en slik
ken, de binnendijkse natuurgebieden en ook de
havens en de industrialisatie. Het boek eindigt
met de talloze en voortdurende aanpassingen die
nodig zijn om de Schelde ook in de toekomst al
haar functies te laten vervullen, of, zoals het in
het boek heet: "De Schelde: een rivier met een
toekomst of dé rivier van de toekomst."
Een laatste opmerking nog, over de illustra
ties. De tekeningen en schema's zijn duidelijk en
overzichtelijk. En de foto's zijn fenomenaal:
luchtfoto's, landschapsfoto's, detailfoto's, de ene
nog mooier dan de andere. Een genot om naar te
kijken; samen met de voortreffelijke tekst maken
ze het een prachtig boek.
Gerard Heerebout
138
B o e k b espreki n g e