ffJr pfy*S9j Zeeland 25.3 C- W V s- arbeiders onvoorstelbaar zwaar. Zowel Afri kaanse als inheemse slaven kregen hierbij te maken met seksueel geweld. Regelmatig wordt in de archieven melding gemaakt van het bestaan van een "mulattie" kind, een kind van een Euro pese vader en een Afrikaanse moeder. In 1686 werd het de Europeanen verboden seksueel con tact te hebben met inheemse of Afrikaanse men sen, maar het is waarschijnlijk dat de meeste Europeanen dit verbod naast zich neerlegden. Dergelijke gedwongen contacten leidden er soms toe dat een planter in zijn testament vastlegde dat zijn kind en diens moeder vrijgelaten moesten worden na zijn overlijden, maar dit was zeker niet vanzelfsprekend. Het was de slaven toegestaan onderling te trouwen, maar ook hier waren voorwaarden aan verbonden. Hun eigenaars wilden over het alge meen het liefst dat ze trouwden met iemand van zijn of haar eigen plantage. Als iemand een ver bintenis zou aangaan met iemand die woonde op een andere plantage, werd verwacht dat dit voor de man in de relatie een reden kon zijn om 's nachts zijn eigen onderkomen te verlaten om zijn vrouw op te zoeken. Het koloniale eigendoms recht speelde bij de voorkeur van de planters ook een rol: als slaven samen een kind kregen, werd dit kind automatisch eigendom van de eigenaar van de vrouw. Soms wisten mensen hun eigenaar over te halen om hun geliefde van een andere planter te kopen. De planter Boudewijn de Witte noteerde in een overzicht van de slaven die hij gekocht had voor zijn plantage dat hij de vrouw Anna, die rond de 43 jaar oud was, had gekocht omdat haar man al op zijn plantage woonde en De Witte ver zocht had zijn vrouw te kopen zodat ze bij elkaar konden wonen. Uit een dergelijke notitie is niet op te maken waarom het verzoek werd gehono reerd. Ook was zo'n transactie eerder een uitzon dering dan de regel. Sommige slaven, zeker dege nen die een hogere positie bekleedden, bouwden een bepaalde band op met hun eigenaar. Tegelij kertijd konden het ook de eerdergenoemde prakti sche overwegingen zijn die de doorslag gaven. Op zondagen waren de planters verplicht iedereen op hun plantage vrij te geven. Deze dag gebruikten Afrikaanse mannen en vrouwen om het stukje 'kostgrond' te bewerken waar ze hun eigen eten op verbouwden. Vrouwen gebruikten deze dag ook om, voor zover ze konden binnen de grenzen van hun gevangen bestaan, wat geld te verdienen met kleinschalige handel. Sommigen verdienden wat geld door hun lichaam aan te bie den aan Europese mannen. Dergelijke praktijken waren verboden, maar verdwenen niet door wet geving ertegen. Met het geld dat vrouwen op deze l Brief geadresseerd Koepoortstraat, Middelburg: "Aen de eerbaere dueght rijcke Neelken van der Weijde weduwe van schijpper Daneel Emerij tot Middelburch in de Coepoortstraet met vrint schipper Pieter Jaspers." National Archives, Kew, Londen, in de High Court of Admiralty papers (HCA 30, inv.nrs. 227 en 223). manier verdienden konden ze betere kleding of eten kopen. Op deze manier konden ze in beperkte mate hun leven zelf enigszins vormge- Conclusie Zonder de vrouwen die vrijwillig of gedwongen !eeuws Suriname 97

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2016 | | pagina 9