Wegaanleg, ca. 1930. ZB, Beeldbank, rec.nr. 2530. den bestaat. Zou het ongepast zijn je af te vragen wat de aard is van de - informele - relaties waarop in die gevallen een beroep wordt gedaan? Noten 1. Met dank aan A.Th. Boone te Leiden voor het kritisch doornemen van eerdere versies van dit artikel. 2. E.W. Hofstee, Het Oldambt, een sociografie. Deel I. Vor mende krachten, Groningen 1937, p. 232, aangehaald in: O. Knottnerus, 'De tragiek van het platteland. Her inneringen aan het Oldambt', in: Gronings Historisch Jaarboek, 2000, pp. 124-143; vgl. Q.J. Munters, De stille revolutie op het agrarische platteland. Boeren en open baar bestuur 1917-1986, Wageningen 1986, pp. 63, 106. 3. Knottnerus, 'De tragiek'. De familie kenmerkte zich door een christelijk-sociale levenshouding die naadloos aan sloot op deze vorm van patronage; O.S. Knottnerus, 'Het Oldambt in de achttiende eeuw - een inleiding', in: H. Perton, Het loeit in het Oldambt. Kroniek van de boeren opstand van 1748, Scheemda 1998, pp. 9-37. 4. H. Sturm, En het leven gaat verder, Wageningen z.j., pp. 118, 119. 5. Munters, Revolutie, pp. 79, 143, 144. Vóór de herinde- ling telden de Middenschouwse gemeenten zo'n 400, de gemeenten die Mariekerke zouden vormen zo'n 750 inwoners. 6. Het succes van de Stavenisser PvdA had te maken met het informele leiderschap van voorman C. Moerland, gematigd partijman en bovendien kerkelijk meelevend. 7. Partijen met de meeste landbouwers in de raad waren ARP en CHU, op Tholen vanouds vertegenwoordigers van het boerenbelang. De emancipatie van de Thoolse arbeidersbevolking na 1953 uitte zich onder meer in een zich afwenden van deze twee partijen, die - kenmerkend genoeg - zowel in 1953 als in 1970 het hoogst scoorden wat betreft de gemiddelde leeftijd van hun raadsverte- genwoordigers: resp. 61,5 en 57,8 jaar (1953) en 64,7 en 55,9 jaar (1970). 8. J. Zwemer, Zeeland 1945-1950, Vlissingen 2000, p. 355. 9. Een deel van de andere vrije lijsten vertegenwoordigde een (tijdelijke) tussenfase bij het zich invechten van de relatief nieuwe PvdA en SGP in de plaatselijke machts verhoudingen, idem, p. 482. 10. Idem, p. 481H.F.J.M. van den Eerenbeemt (red.), Geschiedenis van Noord-Brabant. Deel 3, Amsterdam 2003, p. 55. 11. De enkele middenstander(s) vertegenwoordigde(n) daar bij de dorpskern - eventueel. 22 Plettelendscultuu

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2017 | | pagina 24