na zijn overlijden in 1781 hertrouwen met mr. Johan Guilielmus Schorer (1733-1783), de ver moedelijke eigenaar van de hierboven vermelde scheerdoek. Het Genootschap bezit een vroeg- twintigste-eeuwse kopie van een portret dat Jean Appelius eens van Magdalena maakte en dat zich Anna Sara van Citters (1718-1781), rond 1750 geschilderd door Jean Appelius. ZM, ZG, G1564. tegenwoordig in het Rijksmuseum bevindt. Het is aan het Zeeuws Museum in bruikleen gegeven onder inventarisnummer G1585. Naar wie de letters CB verwijzen, kon nog niet achterhaald worden. De veronderstelling dat het hier haar moeder Anna Sara van Citters-Boudaen (1718-1781) zou betreffen, lijkt twijfelachtig. Der gelijke stoplappen werden door jonge meisjes op school gemaakt. In 1762 was Anna Sara 44 jaar oud. Ook van haar bezit het Genootschap een portret (G1564). In dit geval een origineel dat door dezelfde Jean Appelius rond 1750 geschil derd werd. Twee zilveren bekers De meest recente aanwinst die hier besproken moet worden, dateert eveneens uit de achttiende eeuw. In december 2016 kreeg het Genootschap van een particulier twee prachtige zilveren avondmaalsbekers ten geschenke. De zeventien centimeter hoge kelkbekers op ronde voet werden in 1769 gemaakt door de Middelburgse zilversmid Willem Langebeke en waren eeuwenlang in gebruik in de Grote of Maria Magdalenakerk in Goes. Op beide bekers is het wapen van Goes in een rococo-omlijsting gegraveerd. Aan de onder zijde is het meesterteken van Langebeke, de jaar- letter F (1769) en het stadsmerk van Middelburg (een adelaar) aangebracht. Willem Langebeke was een belangrijke Mid delburgse zilversmid van wie veel werk bewaard is gebleven. Het Genootschap bezit van hem twee zilveren bodebussen uit de Franse tijd (G2856) en een ovaal schild afkomstig van het Middelburgse timmermansgilde uit 1773 (G1910). Langebeke, die als meesterteken de letters WL waartussen een beker voerde, werd in 1769 als meester tot het Middelburgse gilde toegelaten en maakte in 1803 deel uit van het gildebestuur. Hij woonde toen op de Seisdam. Daarnaast was hij jarenlang actief als diaken van de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente. Hij moet een bloeiend bedrijf hebben geleid; bij zijn overlijden in december 1806 werd de waarde van zijn nalatenschap in de Memorie van Successie gesteld op 39.298-19-12. De twee geschonken bekers maakten eens deel uit van een groep van vier identieke exemplaren. Tot ver in de twintigste eeuw werden ze samen met vier fraai versierde zeventiende-eeuwse bekers in de Grote kerk gebruikt. Na de Tweede Wereldoorlog zijn de bekers op een gegeven moment echter ontvreemd en heeft de Hervormde gemeente in 1954 door de firma Van Kempen kopieën laten maken. Deze kopieën werden in het najaar van 1989 uit de kerk gestolen. De Provinci ale Zeeuwse Courant van 21 oktober 1989 deed uitvoerig verslag van de inbraak die rond één uur 's nachts plaatsvond. De zes avondmaalsbekers die toen gestolen werden - twee originele zeven- tiende-eeuwse bekers, twee kopieën van de zeventiende-eeuwse bekers gemaakt door de firma Van Kempen en twee kopieën van de bekers van Langebeke - werden een jaar later bij Sothe by's in Amsterdam ter veiling aangeboden. Blijk baar had de dief al dit zilver heel gemakkelijk in de handel kunnen brengen. Sotheby's vertrouwde het echter niet en lichtte de politie in, met als resultaat dat de bekers werden teruggegeven aan de Hervormde gemeente in Goes. 26 Kunst enkunstnijverhei

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2017 | | pagina 28