Dat behandeld zijnde gaan we op bladzijde 87 echt aan het werk. Vanaf dit punt wordt uitvoerig verslag gedaan van het werk en de ontwikkelingen die zich in het water- en natuurbeleid in de Delta hebben voorgedaan. Daarbij besteedt de auteur alle aan dacht aan het naar voren brengen van zijn eigen ideeën en opinies. Henk Saeijs was van nature een spraakzaam man en nam geen blad voor de mond. En bescheidenheid was niet een van zijn meest opvallende deugden. De introductie van de bioloog in het Rijkswa- terstaatmilieu ging niet zonder slag of stoot. Saeijs heeft zich moeten invechten in dit bolwerk van technici, ondanks de steun die hij ontving van zijn eerste chef Herman Ferguson, die zelf het initiatief had genomen tot de oprichting van de afdeling Milieuonderzoek. Aan de andere zijde waren er ook kritische geluiden van de kant van de biologen: er was een duidelijke controverse tussen een behoudende groep, die de bestaande biodiversiteit wilde behouden en beschermen, en de groep van de natuurontwikkelaars, waartoe Saeijs zelf duidelijk behoorde. Uit het hele verdere verhaal blijkt hoe hij een vechtersmentaliteit heeft ontwikkeld; tegenspraak inspireerde hem. Dat kwam ook tot uiting in de verhouding met minister Neelie Smit-Kroes, ook iemand die graag de confrontatie zocht. Aanvankelijk stimuleerde zij de ambtenaar Saeijs om vrijuit zijn mening te ventileren, maar uiteindelijk kwam het toch tot een conflict. Henk Saeijs is overeind gebleven. Uiteindelijk werd hij, ook alweer als eerste niet-civiel ingeni eur, hoofdingenieur-directeur van de Rijkswater staat in de directie Zeeland, en ook bijzonder hoogleraar aan de Erasmus Universiteit. Zoals uit het boek blijkt, nam het aantal onderwerpen waarover hij zijn mening weergaf daarmee in belangrijke mate toe, ook door de bij deze func ties behorende internationale contacten. Zo omvatte Saeijs' werkterrein uiteindelijk de hele wereld: qua patet orbis, zo wijd de wereld strekt, zoals ook het devies was van Johan Maurits van Nassau. Het laatste hoofdstuk van het boek is een essay, waarin Henk Saeijs samen met co-auteur Leo Sant bergen een toekomstvisie op het internationale waterbeheer geeft: 'Investeren in harmoniseren'. Henk Saeijs is dan zo'n driehonderd bladzij den aan het woord geweest. Het verhaal is geen geschiedschrijving. Het is een monoloog, een per soonlijk relaas van een bevlogen mens, een oratio pro domo, en dat is zijn goed recht. Hij laat zijn toehoorders enigszins verbijsterd achter. Toch is het goed dat Saeijs in staat is geweest om op deze wijze zijn relaas te doen. Het boek biedt een schat aan materiaal voor de geschiedschrijving, mede door de uitvoerige documentatie (505 voetnoten). Wat wel wordt gemist is een bibliografie van Saeijs' geschriften, maar dan was het boek wel licht tweemaal zo dik geworden. Of Saeijs' toe komstvisie houdbaar blijft zal de tijd leren. Ten slotte keren we nog even terug naar de eerste samenwerking tussen Ferguson en Saeijs, twee personen met verwante visies maar een vol komen verschillende achtergrond. Saeijs vertelt: "Ferguson had mij gevraagd een concept van een nota kritisch door te nemen. Ik was van mening dat die nota drastisch moest worden herschreven en leverde diverse suggesties en aantekeningen. Ferguson bedankte mij hartelijk. Later bleek dat hij er vrijwel niets van had overgenomen. Wij waren twee totaal verschillende karakters. Daarom zijn we wellicht juist vrienden geworden. Hij liet me soms niet aan het woord of kwam met een eigen verhaal in reactie op mijn voorstellen. Vervolgens sprak hij dan: Je hebt me geweldig geholpen." Henk Saeijs werkte in feite precies zo. Terugblikkend moeten we constateren dat ze wel degelijk veel op elkaar leken. In visie en eigen wijsheid gaven ze elkaar niet toe. Henk Saeijs is op 17 november 2016 overle den. Het boek is daarmee het sluitstuk van zijn leven geworden. Het zal Henk veel voldoening hebben gegeven dat hij de verschijning nog heeft mogen meemaken. Ad Beenhakker Oud-hoofd afd. Groen en Ruimte, Provincie Zeeland

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2017 | | pagina 37