Zeeland 26.1
Handel in Veere omstreeks 1575
Jaap Gestman Geradts
Het gewest Zeeland vormde samen met het gewest
Holland al vroeg de spil van de Opstand tegen
Spanje (1568-1648). Zeeland was erg belangrijk
mede omdat het dankzij de Schelde de toegangs
poort tot Antwerpen vormde. Deze belangrijke stad
was niet los te zien van het Zeeuwse gewest. De
grondstoffen die in Antwerpen tot producten wer
den verwerkt, werden via Zeeland aangevoerd.
Maar die handelswaar werd ook weer uitgevoerd
en passeerde dan nogmaals de Zeeuwse havens. De
wol uit Engeland en Schotland werd bijvoorbeeld
in Antwerpen tot laken verwerkt en daarna weer
geëxporteerd. Maar veelal werd het laken ook in
Antwerpen geverfd. Daarvoor moesten dan ook
verfstoffen worden geïmporteerd.1 Behalve koop
mansstad was Antwerpen ook het centrum van het
intellectuele leven. De drukkerij van Plantijn was
de belangrijkste van heel Europa. En Antwerpen
was beroemd vanwege de fabricage van zeekaarten
door bekende kaartmakers als Mercator en Hon-
dius. De lijst van artikelen is te lang om op te noe
men, maar één weinig genoemd product is het
waard om apart te worden vermeld. Rondom de
eerste jaren van de Opstand was toiletzeep een
tamelijk schaars en onbekend artikel. Dat kwam
voornamelijk omdat het productieproces geheim
werd gehouden in steden als Marseille, Venetië en
in Castilië.2 Maar de Zeeuwse schippers die de zeep
daar ophaalden en elders verkochten, raakten toch
ook bekend met de productiegeheimen en zo kon
zeep na verloop van tijd ook in onze regio worden
gefabriceerd.
Ofschoon Antwerpen relaties had met alle delen
van de wereld, was de handel op Engeland het
belangrijkst. Er zijn dikke boeken gepubliceerd
over de handel tussen Engeland en ook Schotland
via Zeeland naar Antwerpen. Vaak hangen deze
studies samen met de keuze die Vlissingen in april
1572 maakte voor de prins van Oranje. Daardoor
kon de Westerschelde worden afgesloten voor
schepen die het meer gezagsgetrouwe Antwerpen
wilden bereiken. Er is dus veel studie verricht
naar de vraag in hoeverre het prinsgezinde Vlis-
singen de stad Antwerpen heeft geruïneerd.3
Maar daarnaast is er een andere vraag interes
sant, namelijk hoe de handel via de Oosterschelde
verliep. Hierbij speelde de stad Veere aan de
Oosterschelde een rol die vergelijkbaar was met
die van Vlissingen aan de Westerschelde. Ook
vanuit Veere konden schepen op weg naar Ant
werpen worden buitgemaakt. En tevens is inte
ressant om na te gaan in hoeverre Zeeland haar
eigen boontjes kon doppen, zelf artikelen kon
produceren en in het buitenland kon verkopen
zonder enige hulp van het steeds meer in nood
gerakende Antwerpen. Bij dit alles is het belang
rijk te weten dat aan het begin van onze Opstand
in Engeland de protestantse koningin Elisabeth I
op de troon zat, die er juist rond deze tijd veel
moeite voor deed om handwerkslieden uit de Lage
Landen haar land binnen te krijgen om daar
nieuwe productiewijzen te introduceren.4 Dat was
niet zo moeilijk. Aan het begin van de Opstand
verlieten veel protestantse handwerkslieden de
Lage Landen om vervolging te ontlopen. Tussen
deze geloofsvluchtelingen bevonden zich ook vele
personen die een relatie met Veere, Vlissingen of
Zierikzee hadden. Tussen 1566 en 1576 was de
situatie in Zeeland dus allesbehalve stabiel te
noemen, met grote groepen die op de vlucht
waren.
Vlucht
Den Briel was op 1 april 1572 door prinsgezinden
ingenomen en Vlissingen en Veere volgden
enkele dagen erna. Maar het had al langer gerom
meld. Omstreeks augustus 1566 had de onvrede
in het land tot de Beeldenstorm geleid waarbij
vele kerken en kerkelijke instellingen, zoals
abdijen en kloosters, het moesten ontgelden. Ze
werden vernield en geplunderd. Margaretha van
Parma, de landvoogdes in naam van haar half
broer, de Spaanse koning Filips II, had na de
Beeldenstorm de rust enigszins weten te herstel
len. Maar de koning had desondanks de hertog
van Alva met zijn troepen naar de Lage Landen
gestuurd. De hertog arriveerde in 1567 in Brussel.
Niet lang na zijn komst werd de zogenoemde Raad
Handel in Veere
7