Zeeland met enorme overstroomde gebieden. Dit was overigens ook een tijd waarin het wettelijk was vastgelegd dat bedijkingen aan het zeewater konden worden overgegeven als landeigenaren er niet meer in slaagden deze te behouden. Ten slotte nog het collectieve geheugen: vroeger waren dit de vloedmerken, tegenwoordig zijn het de gedenktekens en musea die ons alert houden. Noten 1. Jeroen Salman, Populair drukwerk in de Gouden Eeuw. De almanak als lectuur en handelswaar. Walburg Pers, Zut- phen 1999, pp. 21-27, 41-42, 103-104, 135-136. 2. Herman Pleij, De sneeuwpoppen van 1511. Stadscultuur in de late middeleeuwen. Meulenhof, Amsterdam en Kritak, Leuven 1988, pp. 55-73. 3. Stadsbibliotheek Kortrijk, hs. 175, fol. 264. 4. Zeeuwse Bibliotheek, hs. 6471, deel II, fol. 419. 5. Zeeuws Archief, toegangsnr. 3422: Polder Scherpenisse, inv.nr. 133, rekening 1681/82. 6. De sneeuwpoppen van 1511, p. 70. 7. Jacobus van Oudenhoven, Antiquitates Cimbricae reno- vatae, dat is, vernieude oudtheden der Cimbren of een raer verhael van de Cimbren ende Cimberische vloet ende van 't hoogh water 1681 en hoogen vloet van den 26 January 1682. Symon Swart, Haarlem 1682. 8. Zeeuws Archief (Middelburg), Polder van Walcheren, inv. nr. 199, februari-maart 1682. 60 Perceptie van stormvloede

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2017 | | pagina 24