Zeeland 26.2
van grootste oliehavens in de wereld werd. Toen
Nijssen er aankwam was het een bloeiende stad,
reden genoeg om er iets vandaan mee te nemen.
Nog steeds is Tampico een van de drukste havens
van Mexico, met zo'n 300 duizend inwoners. De
naam komt van de Huasticindianen (een door de
Azteken veroverd indianenvolk van de oostkust):
tam-piko betekent "plaats van waterhonden"
(otters). De stad is omgeven door lagunes van de
delta van de Panuco-rivier.
Tegelijk met de kruiken schonk Nijssen het
Genootschap een monster titaanerts. En in 1932
volgden nog enkele schelpen en fossielen. Wie
was deze Maarten Nijssen en wat was zijn relatie
met het Zeeuws Genootschap? Helaas vertoont
het archief van het Zeeuws Genootschap, in het
bijzonder de correspondentie uit de jaren dertig
en veertig, forse hiaten en we komen Nijssen in
het Genootschap pas weer tegen in 1948.
De in 1892 in Yerseke geboren Maarten Nijs
sen trouwde in 1919 met een twee jaar oudere
dorpsgenote, de boekdrukkersdochter Maria Eva
van der Peijl. Het was dubbel feest die dag in Yer-
seke, want tegelijkertijd trouwde Maria's jongere
zus. Maarten Nijssen, die na de hbs naar de zee
vaartschool ging, werd stuurman-marconist.
Voor verschillende maatschappijen voer hij over
de wereldzeeën. Hij ging als leerling met de
Koninklijke Paketvaart-Maatschappij (KPM) naar
Indië. De in 1916 opgerichte Hollandsche Alge-
meene Atlantische Scheepvaartmaatschappij
(HAAS) ging in 1921 failliet, waarna hij terecht
kon bij de Rotterdamse cargadoorsfirma Hudig en
Pieters. Daarmee kwam hij ook in Mexico. In
1929 kwam hij zonder werk te zitten. Op waar
schijnlijk zijn laatste reis heeft hij dus de twee
kruiken meegenomen. Nijssens vrouw, die vaak
maanden alleen thuis achterbleef, maakte carri
ère als vroedvrouw, aanvankelijk in Maassluis.
Spoedig verhuisden ze naar het Zeeuws-Vlaamse
Sluiskil.
Wat er in 1929 is gebeurd is niet duidelijk. In
een brief van veel later aan het Zeeuws Genoot
schap (26 april 1950) schrijft Maria van der Peijl
dat haar man op 38-jarige leeftijd toen vanuit
Een dubbel huwelijksfeest. Links Maarten Nijssen en Maria
Eva van der Peijl, gemeentehuis Yerseke 1919. ZB Bibliotheek
van Zeeland, Beeldbank nr. 36363.
Zuid-Amerika wegens "zenuw overspanning"
naar huis was gestuurd, waarna hij zonder enige
vergoeding thuis kwam te zitten. En hij kreeg
meer tegenslag. Hij had daarna gewerkt als hulp
timmerman bij de Zeeuwsch-Vlaamsche Tram
weg-Maatschappij, maar deelde daar in het mas
saontslag. Er was ook kleine pech: "...verloor als
leerling-stuurman linker wijsvinger en had als
timmerman klein ongelukje met zaagmachine".
Albert Einstein
Als op 27 juli 1948 Maarten Nijssen een zes kant
jes lange brief aan het Genootschap schrijft, is
duidelijk dat het hem allemaal niet heeft meege
zeten, maar dat hij er wel het beste van heeft pro
beren te maken: "Begrijp mij goed, ik ben geen
kniesoor!" Hij richtte zijn blik op andere zaken,
reden om dat nog eens aan het Genootschap voor
't Is vol van schatten hier