te leggen. Nijssens mededelingen worden met ver bazing ontvangen, zozeer zelfs dat de voorzitter van het Zeeuws Genootschap, dr. B.D.A. Tellegen, een briefje aan zijn medebestuursleden begint met: "Ik vraag mij af, of wij de steller van deze brief moeten beschouwen als een goedmoedige idioot, die geen antwoord nodig heeft, dan wel of wij op enigerlei wijze op zijn schriftuur moeten ingaan?" Nijssen moet het wel erg bont hebben gemaakt om Tellegen, die in het dagelijks leven griffier van de Staten van Zeeland was, zo te doen reageren. Wat schrijft Nijssen dan? Hij heeft zich ken nelijk gestort op de wetenschap. Hij meldt dat hij een methode heeft ontwikkeld voor de voorspel ling van tropische orkanen, feitelijk het bepalen van de baan die de orkaan zal volgen. Dit had hij uiteengezet aan professor Einstein die, zoals Nijs sen schrijft, daarop "mij een verklaring gaf van 'richtig, bequem und nützlich'". Hij gaat verder: "Het Zeeuwsch Genootschap heeft mij toen het royaal aanbod gedaan mij te helpen als er een Nederlandsch geleerde mee accoord ging. Dit lukte niet, mijn fout was dat ik een aanbeveling had moeten vragen aan prof. Einstein. Het afschrift van deze verklaring is wel in uw archief, als het tenminste niet zoek is geraakt bij uw vele verliezen." Dat was niet alles: "Ik heb deze studie steeds voortgezet en kwam vorige maand tot verbazingwekkende conclusies. Dit was 21 juni '48. M.i. wordt dit voor Nederland de belangrijkste datum op meteorologisch gebied, na 't stichten van het instituut De Bilt! Ik heb mij reeds in verbinding gesteld met prof. Einstein en advies gevraagd hoe verder te handelen, want met publiciteit geef ik prioriteitsclaim uit handen en gaat De Bilt schuiven met mijn werk." Dan volgt een lange, technische uiteenzetting van wat hij noemt "regeneratie" van de atmosfeer en "de consequenties en complicaties zijn gewel dig. U kunt het ook beschouwen als een uitvloei sel van het relativiteitsbegrip of kortweg relativi teit in meteorologie." Het komt erop neer dat het verschil in soortelijk gewicht van zuurstof en stikstof van belang is. Albert Einstein (1879- 1955) was een van de grootste wetenschappers van de twintigste eeuw, vooral bekend geworden door zijn relativiteitstheorie. Einstein was direc teur van het Kaiser-Wilhelm-Institut für Physik (het latere Max Planck Instituut) in Berlijn en woonde in een appartement in de Haberland- strasse nummer 5 (bij het instituut). Hij was een tegenstander van de opkomende nazi's in Duits land. Toen hij in 1933 op bezoek naar Amerika ging is hij daar gebleven, omdat hij begreep dat hij na de machtsovername van Hitler in januari van dat jaar niet meer terug kon keren. Vlak daarvoor had Nijssen contact met hem. Dan komt Nijssen tot zijn verzoek aan het Zeeuws Genootschap, namelijk om het voor te leggen aan ir. C.F.M.J. Watts, de directeur van de cokesfabriek Compagnie Néerlandaise de l'Azote (CNA) te Sluiskil. De productie van stikstof op de CNA schommelt namelijk ook met het weer als gevolg van de verhouding stikstof-zuurstof. Als afsluiting heeft Nijssen nog iets; hij meldt dat hij ook een verklaring heeft gevonden voor het zogenoemde homing instinct van postduiven, als een vorm van natuurlijke navigatie. Hij schrijft dat het zojuist is gepubliceerd in De Bel gische Duif (Vlaamse en Franse editie van 20 juni en 5 juli 1948) en tot zijn spijt moet hij meedelen dat de conclusies van professor Henry L. Yeagley van de Pennsylvania State University onjuist zijn. Deze publiceerde in 1947 een geruchtma kende studie over bird navigation: vogels zouden gevoelig zijn voor veranderingen in het aardse magnetische veld. Nijssen kan geen presentexem plaren meesturen, want die heeft hij nog niet ontvangen. Hij voegt nog toe: "Ik publiceerde onder pseudoniem van Simbad! Deze oplossing had ik al 10 jaar." Nijssen eindigt zijn brief met een presentje voor het museum van het Genootschap: "Bij het opruimen van papperassen vind ik nog een kort schrijven van prof. Einstein en heb de eer u dit aan te bieden. U heeft dan tenminste een handte kening van deze groote geleerde en edel mensch voor uw museum." De getypte en ondertekende brief van Einstein van 4 november 1931 uit de 64 't Is vol van schatten

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2017 | | pagina 28