Zeeland 26.2 Haberlandstrasse is bijgevoegd. Die is kort, hij vraagt hem zijn theorie beknopt nog eens uit de doeken te doen: "Sehr geehrter Herr! Wenn Sie mir Ihre Idee in kurzer Darstellung und deutli- cher Schrift mitteilen, werde ich Ihnen meine Meinung hierüber sagen. Diskretion zugesichert. Mit ausgezeichneter Hochachtung, A. Einstein." Dat hij vraagt om duidelijk handschrift is begrij pelijk: hij adresseert de brief aan "Herrn Nipshen" te "Huishil". Tellegen stuurt de brief van Nijssen door naar de andere bestuursleden Swaters, Fortgens, Heyse en Unger en vraagt hen om advies wat te doen. Hij suggereert nog om de geofysicus professor Vening Meinesz te vragen wat hij ervan vindt, omdat die naar hij meende lid van het Genoot schap was. Ir. Swaters, hoofdingenieur Provinci ale Waterstaat, antwoordt dat het niet op de weg van het Genootschap ligt inhoudelijk in te gaan op de uitweidingen van Nijssen. Hij stelt voor om Nijssen in overweging te geven zich te wenden tot het KNMI en de heer Watts, en dat het Genootschap hen daarvan dan op de hoogte zal stellen. De andere bestuursleden sluiten zich hier bij aan en op 28 augustus bericht secretaris Unger vervolgens het KNMI en ir. Watts. Aan Nijssen schrijft hij dat "de door u bedoelde gege vens, zo zij aanwezig zijn geweest, door den brand van 1940 verloren zijn gegaan" en het Genootschap niet bij machte is zich een oordeel te vormen over de betekenis van zijn denkbeelden en hem daarom in overweging geeft zich te wen den tot het KNMI en de directeur van de CNA. Een aanbeveling bij Watts wordt niet gegeven, Nijssen moet zelf maar contact opnemen. Maria Eva Nijssen-van der Peijl Een paar jaar later komt de eerdergenoemde brief van Nijssens vrouw bij het Genootschap binnen. Het gaat haar niet om Maartens wetenschappe lijke uiteenzettingen. Ze valt met de deur in huis: "Mag ik u aan de schriftelijke belofte herinneren, die ik namens u ontving? N.m.l. dat u zou uitzien naar een 'baantje' voor M. Nijssen!" Secretaris Handtekening van Albert Einstein in zijn brief aan Maarten Nijssen, 1931. ZA, ZG, inv.nr. 71.1. Albert Einstein in zijn werkkamer in de Haberlandstrasse te Berlijn, 1927. Foto Max Planck Gesellschaft. van het Genootschap Meerkamp van Embden zou het hebben toegezegd. Vervolgens somt ze Maar- tens tegenslagen en kwaliteiten op en dat hij voor vele zaken geschikt is: "Kan heel goed timmeren en karweitjes opknappen. Geschikt als jachtha- venmeester. Denkt ook over plaatsing bij kaart jesverkoop, te Breskens, voor de Zeeuwsche vee- ren." Ze rekent voor hoe de gezinsinkomsten en -uitgaven zich verhouden en dat "eenige aanvul ling gewenscht is". Unger antwoordt dat hiervan niets bekend is en meldt nog maar eens dat de administratie in 1940 is verbrand, maar dat bij een eventuele vacature vermoedelijk een advertentie in de dag bladen zal worden geplaatst. Maria Nijssen schrijft twee weken later nog een keer en maakt duidelijk dat zij uit het goede hout zijn gesneden en absoluut niet, zoals Meerkamp van Embden, sympathiseerden met de Duitse bezetter. Dat is hen niet aan te wrijven, sterker nog, zelfs hun kinderen werkten voor de Engelsen en Amerika nen. Maarten Nijssen heeft geen werk bij of via 't Is vol van schatten hier

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2017 | | pagina 29