Mannelijk voorouderbeeld met rond hoofddeksel, hoogte 26,5
cm. ZM, ZG, nr. 3600-Z-4245.
dat ze af komstig waren van de Molukken en dat
ze behoorden tot het volk van de papoea's. Dat
laatste klopt niet, omdat de papoea's in Nieuw-
Guinea leven, het grote oostelijker gelegen eiland.
De veronderstelling is niet helemaal vreemd,
want er komen ook voorouderbeeldjes in Nieuw-
Guinea voor. Ze worden korwar genoemd. Alle
beelden hebben gemeenschappelijke kenmerken,
maar er zijn ook duidelijke verschillen. Elk
eiland, ieder volk kent een eigen, karakteristiek
voorouderbeeld. In de loop der jaren is er een mix
van vormen ontstaan, wat het zoeken naar de
herkomst bemoeilijkt.
De voorouders in vrijwel de gehele Molukse
regio worden gehurkt afgebeeld. Van der Wolk
denkt dat de beeldjes afkomstig zijn uit de omge
ving van de Leti-eilanden in het zuidwesten van
de Molukken en ten noorden van het eiland
Timor. Later is verondersteld dat de beeldjes
afkomstig zijn van de Tanimbar-eilanden, een
meer oostelijk gelegen eilandengroep. Vergelij
king met voorouderbeeldjes uit de collectie van
Mannelijk voorouderbeeld op kleine sokkel, hoogte 15,4 cm.
ZM, ZG, nr. 3600-Z-4247.
het huidige Museum Volkenkunde te Leiden
bevestigt de stelling van Van der Wolk. Het is
duidelijk dat de overeenkomst met die van de
Leti-eilanden groot is. De menselijke figuur laat
de armen rusten op de hoog opgetrokken knieën,
de benen zijn lang en het specifieke hoofddeksel
is gesneden in ronde vormen of in uitstekende
punten.
De beeldjes worden op de Leti-eilanden yene
genoemd. Aan het voorouderbeeld van de Tanim-
bar-eilanden, walut, zijn kleine offerbakjes of
schaaltjes voor offerandes toegevoegd. De voor
ouder ondersteunt het met de armen ter hoogte
van de borst. Dat laatste is niet te zien bij de
Genootschapsbeeldjes. De zes beeldjes behoren tot
de Leti-stijl. De krachtige, vooruitstekende neus
is karakteristiek voor de Leti-eilanden, maar niet
68
't Is vol van schatten