jaarboek van de Koninklijke Kring voor Oudheid kunde, Letteren en Kunst van Mechelen: Hande lingen 2015De thema's reiken van het einde van de dertiende eeuw tot heden: sociale, culturele en zelfs sportieve aspecten komen aan bod. P. de Win beschrijft in 'Van bankier tot edelman' de familie Bau(w), die via succes op de geld- en kre dietmarkt eind dertiende, begin veertiende eeuw uitgroeide tot een gevestigde patriciërsfamilie. Door huwelijksrelaties en de verwerving van het ridderschap maakte de familie vanuit het stads- patriarchaat de overgang naar de adel. De Mechelse heraldische schilder Jan van Battel (1477-1557) moet als hofschilder voor Mar- gareta van Oostenrijk naam en faam gehad heb ben. M. Kruip schrijft over leven en werk van Van Battel en bespreekt nieuwe vondsten. G. Asaert en F. van der Jeught behandelen de Mechelse scheepsbouwers op de Antwerpse markt in de vijftiende eeuw. De hoge kwaliteit van de schepen van de Mechelse werven was zeker van belang voor het succesverhaal op de Antwerpse markt in die tijd. Verschillende scheepsbouwers oefenden ook een bestuursfunctie uit in het Mechelse schippersambacht, een solide organisa tie, waardoor zij een groot netwerk tot buiten de eigen stad konden optrekken. G. Clerbout neemt de sport voor zijn rekening. Nog maar vijftig jaar geleden was Mechelen in de ban van de wielerploeg Lamot-Libertas, een for matie ontstaan door samenwerking tussen brou werij Lamot uit Mechelen en fietsenmerk Libertas uit Niel. De Mechelse brouwerij was de hoofd sponsor van de ploeg, die een aantal gevestigde namen telde, oude rotten in het vak. De samen werking beleefde een bewogen seizoen met veel ups en downs en hield uiteindelijk nog geen jaar stand. Het levert wel boeiende sportgeschiedenis op, nog vrij recent maar toch al bijna vergeten. In Annalen 2016 van de Koninklijke Oudheidkun dige Kring van het Land van Waas behandelt J. De Bock het begin van de Marokkaanse en Turkse migratie in Lokeren: 'Van aan de minaret tot onder de peperbus'. In 2014 was het vijftig jaar geleden dat België met Marokko en Turkije bilate rale akkoorden ondertekende die voor wettelijke regelingen voor migranten zorgden. De hoofdoor zaak van de migratiebewegingen was de econo mische aantrekkingskracht die België uitoefende op de nieuwkomers. De meeste migranten kwa men niet via de officiële weg met een werkver gunning het land binnen, maar met een toeris tenvisum dat gemakkelijker te krijgen was. De economische euforie en de lage werkloosheid in het begin van de jaren zestig zorgden ervoor dat de overheid het niet zo nauw nam met de regels. Na de oliecrisis in 1973 en de daarop volgende economische crisis kondigde de overheid in 1974 een definitieve migratiestop af. De crisis trof de Marokkaanse en Turkse bevolking veel meer dan de autochtone bevolking. Juist verouderde secto ren als de textielnijverheid en de bouwsector, waarin de meeste arbeidsmigranten werkzaam waren, hadden zwaar onder de crisis te lijden. Ook de huisvestingsproblemen werden steeds gro ter. De verhouding tussen de Lokeraars en de nieuwkomers werd slechter. Eerst waren ze wel kome arbeidskrachten, op de schaarser wordende arbeidsmarkt werden ze directe concurrenten. Door de opeenvolgende Zwarte Zondagen vanaf 1991, waarbij het Vlaams Blok de ene verkie zingsoverwinning na de andere behaalde, werden de verhoudingen problematischer. Met de herden king van vijftig jaar migratie naar België is het belangrijk dat we weten hoe de arbeidsmigratie in de jaren zestig en zeventig is verlopen, om de huidige problemen van de Marokkaanse en Turkse gemeenschappen te kunnen begrijpen. Maar het is daarnaast ook belangrijk te beseffen in welke situatie de nieuwkomers van vandaag zich bevinden, of ze nu bestempeld worden als arbeidsmigrant of als vluchteling, en welke gevolgen bepaalde houdingen en acties van nu in de toekomst zouden kunnen hebben. 74 Aanwinsten

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2017 | | pagina 38