Zeeuwse kompasrozen
Roosanne Goudbeek
Een kompas helpt je de koers uit te zetten. Vast
onderdeel is de kompasroos, die het kompas ver
deelt in windstreken. In de collectie van het
Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Weten
schappen (KZGW) bevonden zich negen scheeps-
kompasrozen totdat in 2014 een tiende werd ont
dekt. Een zoektocht naar de leveranciers van deze
kompasrozen werpt nieuw licht op een tiental
Zeeuwse kompasmakers en hun werkzaamheden.
Het kompas is een navigatie-instrument om de
richting ten opzichte van het noorden te bepalen.
De kompasroos was vroeger niets meer dan een
cirkel of schijf van karton of papier waarop de
windstreken waren aangegeven. Het was lang
gebruikelijk deze papieren roos in 32 windstreken
te verdelen. Het noorden werd vaak aangegeven
met een Franse lelie. De roos kon verder decora
ties en de naam van de maker of leverancier
bevatten.
Het middelpunt van de kompasroos rust op
een puntig toelopende pen die is aangebracht in
de behuizing van het kompas. Het kompashuis,
ook wel ketel genoemd, kan zijn gemaakt van
hout of koper.
Scheepskompassen hebben een draaiende
kompasroos. De roos is dan aangebracht op de
lusvormige kompasnaald. Deze naald werd met
een magnetische steen of 'zeilsteen' magnetisch
gemaakt of 'gestreken'.
Aan boord gingen verschillende kompassen
mee:1
- Het stuur- of nachthuiskompas in een houten of
koperen doos met afdekglazen. De rozen zijn
direct vastgemaakt op de kompasnaald of 'schui
vend' zodat ze verschoven of 'verlegd' kunnen
worden. Onder het stuur- of nachthuiskompas
valt ook het hangkompas, waarbij de naald boven
de kompasroos ligt. Dit kompas wordt in een beu
gel boven de waarnemer opgehangen, die dus van
onderen op het kompas kijkt.
- Het peilkompas dat beschikt over een vizierin
richting waarmee een veraf gelegen punt aan de
wal 'in de peiling' genomen kan worden.
- Het azimuth-kompas, dat dient om de richting
van de zon of een ander punt boven de horizon te
bepalen.
De kompasnaald richt zich op het magnetisch
veld van de aarde. Het magnetische noorden komt
echter niet overal op aarde overeen met het geo
grafische noorden. Dat was ook in de zeventiende
en achttiende eeuw bekend. De afwijking, de
magnetische declinatie of variatie, werd door zee
lieden betiteld als de miswijzing van het kompas.
Gedurende een driehoeksreis naar West-Afrika en
het Caraïbisch gebied werd het kompas daarom
een paar maal 'verlegd'. De kompasroos werd dan
een aantal graden verschoven. Aan boord gingen
altijd extra kompasrozen mee.
Kompasmakers
De hier besproken kompasrozen zijn gemaakt
door de voorstelling ervan te graveren in een
koperplaat. De gegraveerde lijnen in de plaat wer
den ingewreven met inkt en afgedrukt op papier
op een etspers (diepdruk).
De graveur van de kompasroos is niet dezelfde
persoon als de maker of leverancier van de kom
passen, maar de kompasmaker zal wel de eige
naar van de koperplaat zijn geweest. Wanneer de
afdrukken van de kompasroos (bijna) uitverkocht
waren, zal de kompasmaker een nieuwe oplage
hebben laten drukken. De koperplaten gingen
lang mee en waren kostbaar.
Het maken en repareren van een kompas was
een nauwkeurig werk. De naald moest op de
juiste wijze worden gemagnetiseerd en de kom
pasdoos moest luchtdicht worden afgesloten. Wie
maakten kompassen of, beter gezegd, wie moch
ten kompassen leveren?
In Middelburg dienden kompasmakers vrij
meester te zijn in het Sint-Lucasgilde of in het
Kramersgilde. Om zich als vrij meester te kunnen
vestigen moesten ambachtslieden in de leer bij
een meester in het gilde. Meestal duurde de leer
tijd twee a drie jaar.
Sinds 1673 was het kompasmakers in Middel
burg toegestaan aanverwante zaken te verkopen.
Het betrof een scala aan goederen bestemd voor
Kompasrozen