over de ontwikkeling van de schilderkunst in
Vlaanderen en Nederland. Hij heeft enkele cor
recties en belangrijke toevoegingen aangebracht
aan het lemma dat twintig jaar geleden in de
Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging
aan Kimpe werd gewijd, bijvoorbeeld voor wat
betreft diens opleiding. Een klein foutje ontdek
ten we op pagina 114. De voormalige activist
August Borms heeft nooit zijn parlementszetel
kunnen bezetten: die was ingenomen door de
liberaal Paul Baelde omdat Borms als begena
digde terdoodveroordeelde nooit zijn politieke
rechten heeft teruggekregen. Maar dit is detail
kritiek in een overigens wetenschappelijk waar
devol en zeer lezenswaardig boek.
Frank Seberechts
Dr. F. Seberechts is als onderzoeker verbonden aan het
Archief en Documentatiecentrum van het Vlaams-nationa-
lisme te Antwerpen.
Irene Storm van Leeuwen-van der Horst, Reislustige
Zeeuwse regenten. De reis van Isaac en Paul
Hurgronje, Paulus Ribaut en Johan Steengracht naar
Londen in 1769. Uitg. Verloren, Hilversum 2017, 240
pp., ISBN 97-890-8704-610-1. Prijs 29,-
Een trouvaille. Ongetwijfeld. Tussen de luxueuze,
in leer gebonden en met gouddruk bestempelde
ruggen van de talloze boeken in de bibliotheek
van kasteel Duivenvoorde dook recent een
bescheiden reisverslagje op van enkele Zeeuwse
regenten. Decennialang lag het stof te vergaren
en had haast niemand ernaar omgekeken. Maar
Irene Storm van Leeuwen, bibliothecaris van het
kasteel, begon te lezen, zocht de levensloop van
de reizigers van naaldje tot draadje uit, becijferde
de reiskosten en transcribeerde het achttiende-
eeuwse handschrift. Dat leverde een kek boek op
dat onlangs bij Verloren van de persen rolde.
Lezenswaardig is het zeker, hoewel het reis-
verslagje allesbehalve een pageturner is. Dat
maakt het in mijn ogen net interessant. Johan
Steengracht, die de ganzenveer voerde, schrijft
immers niet over een klassieke grand tour naar
Italië en Frankrijk, waarbij jongelui uit de steen
rijke regentenmiddens letterlijk jarenlang onder
weg waren, maar over een doodgewoon reisje
naar Engeland. Toegegeven, de reizigers, onder
wie ook de broers Isaac en Paul Hurgronje en de
al wat oudere vriend Paulus Ribaut, waren even
eens gezeten regenten die er - getuige de fraaie
stadspaleisjes en statige buitenhuizen - warmpjes
bij zaten. Toch zijn het geen doorsnee grand tour
reizigers, want hun leeftijd lag ver boven de nor
male grens. Paul was in de dertig, Isaac en Johan
in de veertig, terwijl Paulus de kaap van zes al
gerond had. Dat is tekenend voor het Nederlandse
reispatroon in de achttiende eeuw. Elitereizen
waren niet langer voorbehouden aan adolescen
ten en jongvolwassenen, maar trokken ook steeds
meer regenten, kooplui en andere burgers met een
actieve carrière aan. Dergelijk plaisier-reisjes
waren noodgedwongen kort en werden in de
zomer ingepland, wat ook voor Isaac Hurgronje
en zijn vrienden het geval was. Na "eene zeer
korte deliberatie" pakten ze op 6 augustus hun
koffers, terwijl ze al op 8 september "gezond
wel ten uitersten van onze reis" voldaan weer
voet aan wal zetten in het vaderland.
Niet alleen het profiel van de reizigers en de
duur van de tocht komen uit de verf wanneer men
het modeste reisje van de Zeeuwse regenten afzet
tegen een klassieke grand tour, maar ook de
bestemming is bijzonder. Isaac Hurgronje en zijn
vrienden scheepten immers in op een retourtje
London waar ze ook nog een kort landreisje aan
breiden. Niets bijzonders dus - eentje van dertien
in een dozijn - tenzij je weet dat elitereizen in de
late zestiende en vroege zeventiende eeuw stee
vast naar Italië, Frankrijk en Zwitserland voer
den. Pas in de late zeventiende eeuw verschenen
reisjes naar Londen, Parijs en andere bestemmin
gen kortbij op het appel. Hurgronje en zijn vrien
den zijn dus mee met hun tijd, hoewel Londen in
de tweede helft van de achttiende eeuw al een
stuk minder hip was dan in het eerste deel.
Trendy is ook hun motivatie, want de heren lij
ken, op enkele zakelijke besognes na, vooral
78
B o e k b espreki n g e