Het Zeeuwsch Genootschap in duistere tijden die Zeiten waren finster, sondern:
Lo van Driel
Man wird nicht sagen:
warum haben ihre Dichter geschwiegen?
Bertolt Brecht
In 1939 nam het bestuur van het Zeeuwsch
Genootschap onder de druk van de internationale
spanningen ferme maatregelen. De collecties
bevonden zich tot dan in het gebouw van het
Genootschap aan de Middelburgse Wagenaarstraat,
thans notariskantoor. Het monumentale gebouw
was geschonken door mr. G.N. de Stoppelaar en
ingericht als museum.1 Het kon bezocht worden,
misschien niet door Jan en alleman, maar wel door
de leden en hun aanhang, en door geïnteresseerde
burgers. Om de verzamelingen in veiligheid te
brengen voor het geval deze door oorlogsomstan
digheden in gevaar zouden komen, werd besloten
ze op verschillende plaatsen zo veilig mogelijk op
te bergen. De verzameling prenten, bekend als
Zelandia Illustrata, werd met allerlei gouden en zil
veren voorwerpen, de collectie munten en pennin
gen en de oude notulenboeken in de kluis van de
Christelijke Jongemannen Vereeniging in de Sin
gelstraat ondergebracht. In de voorkelder van de
Provinciale Bibliotheek in de Lange Delft bevond
zich vanaf nu de collectie porselein en aardewerk,
een aantal schilderijen, het wiel waaraan Michiel
de Ruijter draaide, en nog het een en ander. In de
achterkelder van de Bibliotheek kwamen eveneens
spullen te liggen. Belangrijke schilderijen uit het
genootschappelijk bezit, waaronder het portret van
De Ruijter van de schilder Ferdinand Bol werden
veilig opgeborgen in de kluis van de Polder Wal
cheren. Het leidde er wel toe dat het museum veel
van zijn aantrekkelijkheid verloor. Wat heb je aan
een museum waaruit de belangrijkste stukken zijn
weggehaald? Je kunt er natuurlijk nog altijd wel
samenkomen en vergaderen.
In mei 1940 bleef door de hevige brand als gevolg
van de beschieting niet veel over van de stads
kern van Middelburg. Het gebouw van het
Genootschap in de Wagenaarstraat bleef gelukkig
gespaard. Groot waren echter de verliezen door de
verwoesting van de Provinciale Bibliotheek, waar
de kostbaarste objecten waren geborgen. Veel
ging verloren: schilderijen, handschriften, porse
lein en bijzondere voorwerpen. Andere objecten
liepen grote schade op, zoals de boeken- en hand-
Jhr. mr. J.W. Quarles van Uffort, Commissaris van de Koningin
in Zeeland in 1931 bij de opening van de eerste Zeeuws-
Vlaamse Jaarbeurs. Zeeuwse Bibliotheek (ZB), Beeldbank,
record nummer 129319.
schriftenverzameling.2 Het Genootschap was eind
mei 1940 beroofd van een substantieel deel van
zijn verzameling.
Bestuur en leden
Het Genootschap had als traditie dat de provinci
ale vertegenwoordiger van de Oranjetelg die over
ons gesteld is, de voorzittershamer van het
Genootschap hanteerde. Aan de vooravond van
de Tweede Wereldoorlog was dat mr. Johan Wil
lem Quarles van Ufford, commissaris der Konin
gin in de provincie.3 Op 1 mei 1946 bekleedde
Quarles van Ufford die functie van voorzitter van
het Zeeuwsch Genootschap reeds 15 jaar. Op
dezelfde datum vierde hij zijn 25-jarig ambtsjubi
leum als commissaris, als we tenminste zijn oor
logsjaren als diensttijd meetellen.