Amsterdamse Rijksmuseum mag genoemd wor den. In 1932 publiceerde secretaris van Meerkamp van Embden een bijdrage in het Archief over het genootschap in de Franse tijd. Hij verhaalde daarin de moeilijkheden waarvoor het bestuur kwam te staan. Het bestuur werd gedwongen bij Napoleon op audiëntie te gaan en zich te arrange ren. Wie in 1939/1940 dat artikel had geraad pleegd, had voor de komende jaren een mooie voorbereiding. Hij was in zekere zin gewapend voor wat kon gebeuren. In het gedenkboek bij het tweehonderdjarig bestaan van het Zeeuwsch Genootschap in 1969 werd geen aandacht besteed aan de periode van de Tweede Wereldoorlog. Het is te hopen dat bij de viering van het 250 jaar die duistere jaren niet vergeten worden. Noten 1. PJ. Smallegange, Bravogeroep en handgeklap; de glori euze jaren van Gerhardus Nicolaas de Stoppelaar in Mid delburg. 2011 (niet uitgegeven onderzoek, in het bezit van het Zeeuws Archief). 2. J.H. Kluiver, in: Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984, s.v. Zeeuwsch Genootschap. 3. Jonkheer Johan Willem Quarles van Ufford (Loosduinen, 7 april 1882 - Domburg, 10 december 1951), jurist, was commissaris van de Koningin in Zeeland van 1921-1940 en van 1944-1948). Hij stelde zich zeer gereserveerd op tegenover het Duitse bestuur. Als gevolg daarvan werd hij op 12 september 1940 door rijkscommissaris Seyss-Inquart, als eerste Commissaris van de Koningin in Nederland, uit zijn functie ontheven en moest hij Zeeland verlaten. Hij woonde tijdens zijn verbanning bij Ulvenhout. Zijn functie werd waargenomen door mr. Petrus Dieleman, die tot samenwerking met de bezetter bereid was. Op 6 september 1944 keerde Quarles van Ufford illegaal terug naar het nog bezette Walcheren. Na de bevrijding van Walcheren op 8 november 1944 kon hij echter aanvankelijk niet terugkeren in zijn ambt. 4. Zie ledenlijst in jaarverslag, in Archief 1914. 5. Van Lynden was geboren in 1886 in Gorkum en over leed in 1965 op Berkenbosch, Oostkapelle. Tot 1950 bewoonde hij het landgoed Ter Hooge. Van Lynden was onder meer voorzitter van de Polder Walcheren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij vertegenwoordiger van ir. J.A. Ringers, de regeringscommissaris voor de weder opbouw van Middelburg. 6. Ir. J.J. van Leeuwen werd op 4 maart 1944 aangereden tijdens een dienstreis op Walcheren door een Duits voer tuig. Hij overleed enkele dagen later. 7. Jonkheer mr. Auguste Frangois Charles (Guus) de Casem- broot (Middelburg, 17 december 1906 - Utrecht, 10 februari 1965). Op 17 december 1940 werd hij gekozen tot lid van Gedeputeerde Staten, op grond waarvan hij met ingang van 1 januari 1941 ontslagen werd als bur gemeester van Westkapelle. Met ingang van 1 februari 1948 werd De Casembroot benoemd tot Commissaris der Koningin van Zeeland. 8. J.H. Kluiver, in: Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984, s.v. Zeeuwsch Genootschap. 9. In de winter van 1940/1941 verhuisde het provinciaal bestuur naar de Koepoortstraat; in mei 1941 naar villa De Sprenck aan de Seissingel. 10. Reimond Kimpe, De nieuwe orde breekt overal baan. Twintig brieven uit de Tweede Wereldoorlog, 2017, bezorgd door Lo van Driel, uitgave in eigen beheer. 11Het nationale dagblad: voor het Nederlandsche volk, 31-08-1943. 12. De bijeenkomst waarmee het Genootschap zijn naoor logse werkzaamheden hervatte, vond plaats in de mid dag van 28 november 1945 in het eigen gebouw in de Wagenaarstraat. De rede van de (afwezige) voorzitter werd gelezen door mr. J.G. Veltman Fruin. In de kran tenverslagen van de bijeenkomst komen details voor die niet in de in het Archief gedrukte rede staan. Vgl. Vrije Stemmen (30 november 1945), PZC(1 december 1945), Zeeuwsch Dagblad (3 december) en vooral De Stem (1 december 1945. 13. Tot een dergelijke maatregel had het bestuur van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde besloten, nadat het te horen kreeg dat het zich moest aansluiten bij de Kultuurkamer. Hierna werd de eis ingetrokken; vgl. P.J. Idenburg, 'Persoonlijke herinneringen 1931-1951', in: Gedenkboek bij het 200-jarig bestaan van de Maatschap pij der Nederlandse Letterkunde, Leiden: Brill 1966, blz. 101. 14. Eind '40 en begin '41 was tegen de bordjesactie van de WA veel verzet geboden, maar begin '42 was het niet de NSB maar de eigen Nederlandse overheid die, in opdracht van de bezetter, de plaatsing van de bordjes gelastte. Over het algemeen schikte men zich. L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoor log, dl 5, blz. 1076. De algemene maatregelen zijn vooral toegepast in de maanden april-mei 1942. 15. Zie o.a. De Stem, 1 december 1945. 16. M.W.G. van der Veur, Middelburg in oorlogs- en bezet tingsjaren (1939-1944). Middelburg: G.W. den Boer, 1945. 98 Zeeuwsch Genootscha

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2017 | | pagina 20