Zeeland 26.3
't Is vol van schatten hier
Albert Bernard Neujean schildert de wereld naar zijn hand
Uit de verzamelingen van het Genootschap
Veronica Frenks
Vrolijk en een beetje vreemd. De schilder was
ongetwijfeld een man met een blije kijk op het
leven. De nieuwe aanwinst voor de Zelandia Illus-
trata is on-Nederlands lichtvoetig. Het afgebeelde
stadje ziet er zwierig uit. Zuid-Frans stadje? Nee,
Middelburg! En daarom mag de aquarel in de
topografische atlas van het Genootschap. Toch
klopt er iets niet. De torens van de abdij, de trap
gevels, de rood met witte luiken, het winkeltje, de
twee bomen bij de poort, ze vormen samen her
kenbare elementen van de stad van voor de Tweede
Wereldoorlog. Er moet een foto zijn van diezelfde
plek. Specialist Toon Franken van het Zeeuws
Archief kijkt vertwijfeld wanneer ik zijn hulp
inroep. 'De schilder neemt me in het ootje', zegt
hij. 'En als ik zie waar die windwijzer van Sint Joris
staat, begin ik te draaien, hij hoort eigenlijk aan de
andere kant.' Zelfs met een kaart erbij krijgen we
het perspectief niet goed.
Sigaren en magie
We kunnen het beeld niet naar de werkelijkheid
dwingen. We zoeken naar de tabak- en sigaren
winkel. Hoewel er in Middelburg vele zaken met
rookwaren bestonden, was er op die hoek hele
maal geen sigarenwinkel. Op zoek naar de schil
der vinden we een foto van hem met sigaar en
een zelfportret uit 1937 toont hem wederom met
een dikke sigaar in de hand. Duidelijk. Albert
Bernard Neujean (1887-1959) was een liefhebber
van sigaren. Hij heeft het Middelburg waarvan
hij hield, geschilderd. In zijn archief, dat zich bij
de RKD (Nederlands Instituut voor Kunstgeschie
denis) in Den Haag bevindt, ligt een doorslag van
een toespraak die hij tijdens een opening heeft
gehouden. Hij vertelt daarin over het kunstenaar
schap 'Schilders zijn er als de bloesem in een ker
senboomgaard, terwijl het kunstenaarschap voor
mij alleen moeizaam kan rijpen in den strijd des
levens, met leed en zorgen en met vreugden tenzij
men het genie bij de gratie Gods verworven heeft.
Maar ach, genieën zijn zeldzame bloemen, die
alleen maar op de toppen der hoogste bergen
kunnen tieren in wijdsche eenzaamheid.' Hij ver
klaart verder hoe hij omging met de werkelijk
heid. Tegenover waarheid stelde hij niet de leu
gen. Waarheid stond bij hem tegenover fantasie,
de werkelijkheid tegenover verbeelding. Er is een
reeks van werkelijkheden en waarheden. En als
schilder kon hij daarin zijn vleugels uitslaan en
de wereld van de verbeelding, de kunst betreden.
De kunstenaar in hem herschiep de gewone din
gen van het leven in een 'magische' verbeelding.
Hij schiep een eigen werkelijkheid en de toe
schouwer kan slechts proberen de vleugelslag te
volgen en zo de vorm en kleur te begrijpen. De
kunstenaar creëert een eigen vorm, inhoud, kleur
en sfeer. 'Hij is als een verliefde man, die het
voorwerp zijner verliefdheid heel anders ziet dan
anderen.' Neujean beschrijft hoe hij trachtte het
onwerkelijke te realiseren door vorm en kleur. In
de boer legde hij de gebondenheid aan de aarde,
in het huis een afspiegeling van de strijd die er
achter de muren werd gevoerd. Een tuiltje bloe
men zag hij als een symfonie van liefde en in de
overkoepeling van een stralende lucht lag voor
hem de oneindige blijheid.
't Is vol van schatten hier