Cau (1854-1918). Met haar ging hij naar Neder
land waar zich het leven verder afspeelde. Hij
doorliep een militaire loopbaan zoals zijn ouders
en schoonouders dat graag zagen. Ergens in zijn
leven gebeurde er iets waardoor Neujean zich rea
liseert dat hij ook andere ambities heeft. Was het
de invloed van zijn vrouw? We weten het niet. Hij
trouwde in 1924 en een jaar later nam hij al
schilderlessen in Parijs bij André Lhote (1885
1962). Hij bleef militair en vond tijd zich toe te
leggen op het tekenen en schilderen. Tot in 1927
kreeg hij lessen bij de Franse Lhote die zijn leer
lingen mee naar de Drome nam en een buitenaca
demie oprichtte. Studenten van over de gehele
wereld kwamen naar hem toe om te leren kijken
en een eigen stijl te vinden. Neujean raakte geïn
spireerd. Later nam Neujean lessen bij de Acade
mie de la Grande Chaumiere in Parijs. Deze aca
demie bestaat nog en werd in de tijd van Neujean
geleid door de Zwitserse schilderes Martha Stet-
tler (1870-1945). De jonge schilder vond een eigen
stijl en begon met exposeren.
Als kapitein kwam hij in 1929 in Middelburg
terecht. Het echtpaar ging daar wonen, eerst in de
Stationsstraat P44f (tegenwoordig Stationsstraat
6), later op het Noordbolwerk M230 (tegenwoor
dig Noordbolwerk 19). Zeeland was geen onbe
kend terrein. De schoonmoeder van Neujean was
afkomstig uit een vooraanstaande Zierikzeese
familie. Toen zijn militaire eenheid in 1933 naar
Bergen op Zoom vertrok, ging de familie Neujean
mee. In 1934 ging het echtpaar in Den Haag
wonen. Albert Bernard Neujean werd lid van Pul-
chri en de Haagse aquarellisten. Hij schopte het
zelfs tot voorzitter van die laatste schildersclub.
Vanaf 1936 ging hij met pensioen als kapitein
b.d. en kon zich helemaal aan het schilderen wij
den.
Genootschap
In Middelburg werd zijn tijd niet louter in beslag
genomen door het leger en zijn schilderwerk. In
1930 werd hij lid van het Zeeuwsch Genootschap
der Wetenschappen. Hij schreef stukjes in de
krant over nieuwe aanwinsten. Hij bleef lid tot
vlak voor de Tweede Wereldoorlog. Intussen
exposeerde hij veel, vooral in de jaren dertig. In
1931 deed hij mee met een tentoonstelling in het
Stedelijk Museum in Amsterdam. Vanaf die tijd
waren er zeker twee exposities per jaar waaraan
hij een bijdrage leverde of die helemaal over zijn
werk gingen. In Middelburg exposeerde hij in het
Kunstmuseum1 en in de Steenrotse2. Uit de idem
krant weten we dat hij meer werk in Zeeland
heeft gemaakt. De recensent spreekt van de
bruinrode schuren, de Kamperlander steiger, de
Zeeuwsche landschappen en de Vischmarkt in
Middelburg. In het Haagse RKD zijn nog enkele
zwart-wit foto's van zijn Zeeuwse werken. Ook
die van de Vischmarkt. We moeten het zonder de
kleuren van Neujean doen, maar op die foto is
wel het bijzondere perspectief te zien. De schilder
kijkt vanaf een standpunt zwevend boven het
plein. Een verzamelaar laat mij de afbeelding van
een Walcherse boer zien. De verbondenheid van
de knoestige boer met de aarde is hier goed te
zien, hij rijst uit de grond omhoog.
Schaduw, licht en rozen
Na de oorlog ging Neujean reizen. Uit een verslag
van een reis naar Spanje blijkt dat hij de trein
r C-
A.B. Neujean. Naaktstudie op karton. RKD (Nederlands Insti
tuut voor Kunstgeschiedenis) archief Neujean NL-HaRKD.0170.
102
't Is vol van schatten