Zeeland 26.3
3
in een kloek boekwerk waaraan soms jaren is
gewerkt.
Deze boeken voorzien in een grote behoefte.
De behoefte namelijk om, nadat al wel is kennis
genomen van de globale geschiedenis, meer te
weten te komen over hoe die geschiedenis zich op
lokaal niveau heeft afgespeeld. Vooral zij, die
eigen herinneringen hebben aan de feitelijke
gebeurtenissen in de gekozen periode, hunkeren
naar bevestiging, naar aanvullingen en verkla
ringen. Het eigen geheugen wil niet meer zo vol
ledig reproduceren en kan wel een beetje onder
steuning gebruiken. Bovendien, wie heeft uit
eigen beleving een compleet beeld van hetgeen
zich rondom afspeelde? Dat complete beeld is
waar Jo de Ridder naar streefde met zijn boek
over de naoorlogse jaren van Vlissingen, die ver
woeste stad, dichtgetimmerd met planken. Alle
aspecten komen aan de orde, althans ik heb wat
dat betreft geen leemten ontdekt.
Achter de titel 'Vlissingen Plankenstad' gaat
de beleving schuil van bewoners als hun huis
geen ramen meer heeft en de elementen vrij spel
hebben in de toch al beschadigde woning. De
meeste huizen in Vlissingen zaten in elk geval
zonder glas, en maakten onderdeel uit van een
verwoeste stad. Van de 6200 woningen zijn er op
1 november 1944 door de honderden bombarde
menten en beschietingen al ruim duizend wonin
gen geheel verwoest. De bombardementen en
beschietingen op 1, 2 en 3 november 1944 ver
woestten nog eens ruim 300 woningen. Het is
moeilijk een voorstelling te maken van een com
pacte stad waarvan een vierde geheel verwoest is
en nagenoeg geen huis onbeschadigd is. De inun
datie heeft bovendien vele honderden woningen,
soms met uitzondering van de bovenverdieping,
onbewoonbaar gemaakt. De vele foto's in het boek
van Jo de Ridder helpen die verbeelding; ze zijn
nog steeds onthullend en onthutsend.
De planken waarmee de huizen zijn dichtge
timmerd vormen ook een aanklacht tegen de
autoriteiten die, in de beleving van de Vlissin-
gers, andere steden en met name Middelburg, eer
der van glas hebben voorzien. Jo de Ridder maakt
van zijn hart geen moordkuil, hij hekelt de
bureaucratie en de voorkeursbehandeling die
andere steden krijgen. Hij heeft voldoende aan
wijzingen om zijn beweringen te staven. Al
lezend wordt de titel 'Vlissingen Plankenstad'
verklaarbaar; de titel drukt namelijk de persoon
lijke frustratie van de auteur uit. Ook op andere
plaatsen in het boek maakt hij gewag van de
rivaliteit tussen de twee Walcherse steden, wat
ook tot uitdrukking komt in het gebrek aan
samenwerking tussen bestuurders. Vlissingen,
vele malen zwaarder getroffen dan enige andere
stad in Zeeland voelt zich tekort gedaan en ach
tergesteld. Ook door Den Haag waar het Ministe
rie van Waterstaat en Wederopbouw verantwoor
delijk is voor de toewijzing van buitenlands glas,
voelt Vlissingen zich achtergesteld.
In september 1945 zijn in Vlissingen 2000
woningen bewoond, waarvan er 500 enigszins
van glas zijn voorzien. Het glasprobleem wordt
nog ernstiger door de explosies die plaats vinden
bij het tot ontploffing brengen van mijnen. 'Is het
dan niet mogelijk om deze explosies tot stand te
brengen zonder dat het zo ernstig geteisterde
eiland opnieuw wordt beproefd' smeekt het
Streekbureau op Walcheren de chef-staf in Breda.
Nee dat is onvermijdelijk, reageert de Mijnenop-
ruimingsdienst.
Redding komt uit onverwachte hoek, namelijk
uit de gemeenten Leiden en Leidschendam. Daar
wordt als men ter plekke heeft gezien hoe groot
de tekorten zijn, een glasactie opgezet die 4000
m2 tuindersglas opbrengt. Onder het motto 'Lei
den helpt Vlissingen' organiseert een comité in
Leiden en Leidschendam een inzameling van
vooral huisraad voor Vlissingen. Op 14 augustus
1945 arriveren vier binnenschepen met allerlei
goederen en twee dagen daarna vertrekken nog
eens twee binnenschepen met huisraad. Later
volgt een vrachtwagen met schrijf- en leerbe
hoeften voor de scholen. Nog lang blijft het
comité actief met het inzamelen van huisraad en
ook textiel. Ook worden 200 kinderen gedurende
een half jaar in Leiden bij pleeggezinnen onder
gebracht. Een financiële actie voor Vlissingen
Boekbesprekingen