uiterlijke metamorfose. Zij laat haar haar kort
knippen en vermannelijkt haar voorkomen door
zich in een rijkostuum te kleden en haar voor
naam te veranderen in het onzijdige Marlow.
Naast de gedisciplineerde studie-uren leidt Moss
in deze periode tijdens haar nachtelijke zwerf
tochten door Londen een roekeloos en gevaarlijk
leven en zij besluit, gelukkig bijtijds, voor de
tweede keer terug te keren naar Cornwall. Van
1924 tot 1926 woont zij daar in zelfgekozen
afzondering en volgt zij onder meer beeldhouw
lessen aan de Municipal School of Art in Pen-
zance. In 1926 keert zij terug naar Londen en
begint onder de naam Marlow Moss met schilde
ren. Van haar vroege werk is weinig bekend,
maar het zal gezien de traditionele opleiding aan
de Slade School of Art vooral figuratief geweest
zijn. Marlows eerste bezoek aan Parijs in 1927 zal
zowel haar persoonlijke als artistieke leven
ingrijpend veranderen.
Levenspartner A.H. Nijhoff
A.H. Nijhoff is het pseudoniem van de schrijfster
Antoinette Hendrika (Netty) Wind (1897-1973).
Zij wordt geboren in Den Haag als haar vader, de
spoorwegingenieur Hendrik Wind, werkzaam is
in de binnenlanden van Venezuela. Zij zal hem
nooit zien, want het stoomschip 'La Bourgogne'
waarop hij in juli 1898 de terugreis naar Neder
land maakt, zinkt voor de kust van Nova Scotia
na een aanvaring. Haar moeder, Maria de Bruijne,
zal niet hertrouwen. Samen met haar twee doch
ters woont zij achtereenvolgens bij familie in
Groningen, Batavia en De Bilt. De lagere school
bezoekt Netty eerst in Utrecht en later in haar
geboorteplaats Den Haag. In deze stad bezoekt zij
het Gymnasium Haganum, waar zij zich stierlijk
verveelt. Zij spijbelt veel, vindt leraren over het
algemeen 'bekrompen' en is in veel opzichten
verder in haar ontwikkeling dan haar klas- en
leeftijdgenoten. Zij raakt betoverd door Martinus
Nijhoff (1894-1953), een jongen die een paar klas
sen hoger zit en er al een dichterlijke levensstijl
op na houdt. Zij krijgen verkering en als Netty
achttien is, raakt zij van hem in verwachting.
Onder druk van haar aanstaande schoonfamilie,
de uitgeversfamilie Nijhoff, trouwen zij. Na de
geboorte van hun zoon Wouter Stephan (1916
1986), die 'Faan' wordt genoemd, vestigen Netty
en Martinus zich in Laren (NH), waar ze zich in
het bohémienleven van de daar wonende kunste
naars storten. In 1920 benauwt haar dat zo, dat ze
samen met haar zoontje naar Parijs vertrekt. Daar
begint ze te schrijven aan haar eerste boek, dat
overigens nooit afkomt. Na een paar maanden
keert ze terug naar Nederland, maar de relatie
met Marinus Nijhoff is voorgoed verstoord. Ze
maken samen nog een reis naar Italië, waar Netty
een pension begint in Settignano. Zij doet dit
samen met de Italiaanse Maria Tesi die beschre
ven wordt in haar roman De vier doden.
Netty Nijhoff-Wind.
In 1929 gaat ze samen met haar zoontje weer
naar Parijs. Daar maakt ze kennis met de Engelse
kunstenares Marlow Moss. Het rustige leven daar
inspireert haar tot schrijven, wat in 1930 resul
teert in de publicatie van twee hoofdstukken van
Twee meisjes en ik in De Gids. Als schrijversnaam
kiest zij A.H. Nijhoff. In 1931 wordt de roman als
boek uitgegeven dat negen maal herdrukt wordt.
Met grote tussenpozen publiceert ze in totaal vier
romans en een verhalenbundel, maar echt succes
vol zijn deze nooit geweest.
Parijs 1927-1937
Tijdens haar bezoek aan Parijs in 1927 ziet Mar-
low Moss voor het eerst werk van Piet Mondriaan