u Zeeland 26.3 5 Tijdens een tentoonstelling van Abstraction- Création in 1933 ontmoeten Marlow en Netty de toen vierentwintigjarige Zwitserse kunstenaar Max Bill (1908-1994) die voor de eerste keer zijn werk in Parijs toont. Bill is nog niet erg enthousi ast over de werken die al aanwezig zijn: Er kwa men twee dames binnen ieder met een pakket onder de arm, dat werd uitgepakt en neergezet. De ene dame was erg klein en fragiel, met een smal gezicht en expressieve ogen, de ander fors en groot. Zij waren bijna identiek gekleed en droegen platte breedgerande hoeden. Het zag er bijna uit als Don Quichotte en Sancho Panza, maar dan omgekeerd. Bill bekijkt de schilderijen aandachtig en zegt: 'Ik ben blij dat deze mooie werken van Mondriaan ingezonden zijn'. Waarop er een doodse stilte valt en de kleine dame, Mar low Moss, zegt: 'Meneer Bill, deze composities zijn van mij'. Geschrokken van deze reactie ver ontschuldigt Bill zich, maar... uit deze eerste wat pijnlijke ontmoeting zou een levenslange vriend schap ontstaan. Halverwege de jaren 30 is de groep construc tivistisch werkende kunstenaars groot en divers geworden. Met de regels van het neoplasticisme wordt het niet meer zo nauw genomen en de opvattingen gaan uiteen lopen. De universele beeldtaal van Mondriaan c.s. blijkt niet alleen in de 'sous-compositions', maar ook in de voltooide werken niet zo universeel te zijn. De verhoudin gen tussen veel kunstenaars van de groep Abstraction-Création komen nogal scheef te lig gen. Intussen krijgt het constructivisme steeds meer internationale aandacht met niet alleen exposities in Parijs, maar ook in Basel, Amster dam en Londen. De groep heeft haar nut bewezen en wordt in 1936 opgeheven. In hoeverre Mondriaan opzettelijk schuldig was aan een vervalsing van de kunstgeschiedenis is moeilijk te zeggen. Dat Marlow Moss het 'onge luk' had, de dubbele lijn te introduceren was zeker bekend bij de kunstenaars rond Abstrac- tion-Création, maar werd later vergeten of ver zwegen. De bekende feministe Germaine Greer (1939) geeft hier een plausibele verklaring voor in haar boek The Obstacle Race (1979). De opper vlakkige beschouwer zou Marlow Moss kunnen kwalificeren als een epigoon van Piet Mondriaan met wie zij in zijn Parijse periode bevriend was. Maar omdat mannen over het algemeen bekender zijn, zit het karakter van hun werk diep in ons bewustzijn geworteld en is het moeilijk om ach teraf te zien wat origineel is en wat niet. Daar naast moet niet vergeten worden dat Marlow Moss door haar teruggetrokken leefwijze en zwijgzame aard zelf bijdroeg aan deze vervalsing van de kunstgeschiedenis. Daarnaast gaat de cre atie van nieuwe beeldmiddelen vaak gepaard met een wisselwerking tussen de diverse kunstenaars. De beïnvloeding is over en weer waar het aspec ten van het werk van Mondriaan, Gorin, Nichol son, Bill en Moss betreft. Normandië en Biggekerke In 1937 vestigen Marlow Moss en Netty Nijhoff zich in het Normandische dorpje Gauciel bij Evreux. Moss heeft daar een klein kasteel gekocht: 'Chateau d'Evreux'. Diverse beschrijvin gen over het leven op dit buitenhuis spreken tot de verbeelding. Het zou niet erg groot zijn geweest en lag in de buurt van een klein militair vliegveld. De dames leefden vooral aan de achter zijde van het langgerekte huis. De plafonds waren verlaagd en de inrichting bestond uit eigenge maakte meubelen en decoraties en er was een collectie schilderijen met werken van Mondriaan, Gorin, Van Doesburg en natuurlijk met werk van V Marlow Moss en Netty Nijhoff voor hun buitenhuis in Gauciel. rouwelijke Mondriaan

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2017 | | pagina 7