dus de ontluikende romance krijgt geen vervolg.
In mei 1942 wordt het huis door de Duitsers
gevorderd en de wegen van Claire en Frits schei
den zich weer, en nu voorgoed.
Frits Lensvelt mag voorlopig in Veere blijven,
omdat hij betrokken is bij de wederopbouw van
Middelburg, en Claire gaat een zwervend bestaan
tegemoet. Het huis wordt in 1944 door de Duitsers
afgebroken, dus nog voor de inundatie van Wal
cheren. Op de plek waar het huis heeft gestaan
ontstaat één van de stroomgaten. Daar ligt nu de
ingang van de jachthaven Oostwatering. Frits
Lensvelt overlijdt kort na de bevrijding in Mid
delburg. Het verlies van zijn geliefde plek had
hem sterk aangegrepen. Claire komt in 1946 terug
naar Veere, waar zij het huis "De Corenbloem"
betrekt en een actieve rol in het kunstenaarsleven
gaat spelen.
De hoofdmoot van het boekje wordt dus
gevormd door de brieven van Claire. Haar karak
ter komt er goed uit tevoorschijn: vrijmoedig en
egocentrisch, maar tegelijk hartelijk en medele
vend met haar vrienden en kennissen. Ook met de
buren, het boerengezin Volmer, kon ze het uitste
kend vinden. Na de vordering van het Dijkhuis
door de Duitsers logeerde ze nog enige tijd bij hen
en het boek bevat nog een prachtige getekende
brief, die ze in november 1942 aan de Volmers
stuurde. Maar ze kon ook scherp uit de hoek
komen: tegenover een paar lastige tijdelijke eva
cuees, en ten opzichte van haar collega Ina Rahu-
sen, een deftige, gereserveerde dame, die later in
Veere haar buurvrouw en medelid van de Kunste
naarskring zal worden.
Ard Hesselink, een kleinzoon van Frits en
Nell Lensvelt, heeft de brieven uit het familiear
chief opgedoken en er lopend verhaal van
gemaakt. Daarmee krijgen we een kostelijk
inzicht in een stukje Veers kunstenaarsleven. Het
is echter jammer dat het daarbij (voorlopig?)
gebleven is. De Lensvelts hebben een creatief
leven geleid en veel contacten onderhouden met
allerlei kunstenaars in Amsterdam en Veere. Frits
was zelf een begaafd kunstenaar en zijn zoon
Frits junior ("Boed") zou zich ontwikkelen tot een
belangwekkende graficus. Hij zette ook de fami
lietraditie voort en vond zijn eigen buitendijks
gelegen Dijkhuis bij Krabbedijke In het boekje
komen allerlei verwijzingen naar deze contacten
voor, die nieuwsgierig maken. Zo gebruikt Frits
in 1944 een reproductie van een gezicht op Veere
(kunstenaar onbekend, staat er) om aan te geven
waar hij op dat moment woont. Dit plaatje is ech
ter een afbeelding van een tot dusver onbekende
kopergravure van de Amsterdamse kunstenares
Debora Duyvis, die de Lensvelts ongetwijfeld
kenden en die dus ook in Veere op bezoek is
geweest.
Ook de geschiedenis van het Dijkhuis zelf
komt maar summier aan bod. Daarover valt meer
te lezen in de brochure "Het Dijkhuis, een ver
dwenen stukje Veere", die ter gelegenheid van de
tentoonstelling in het Museum Veere in de zomer
van 2017 is uitgegeven en die is samengesteld
doorArd Hesselink! In deze brochure is ook
meer interessant illustratiemateriaal opgenomen.
Jammer dat de auteur deze teksten niet heeft
gecombineerd. Je moet nu eigenlijk beide boekjes
tegelijk lezen om een vollediger beeld van de
situatie te krijgen.
Het is te hopen dat Ard Hesselink de tijd en de
energie zal vinden om meer over de familie Lens-
velt te publiceren. Het nu verschenen boekje
maakt nieuwsgierig naar hun verdere leven. Aan
de levensgeschiedenis van Claire Bonebakker is
na het mooie boekje dat Ite Rümke aan haar
wijdde ("Zonder kleur kan ik niet leven", 2002)
een interessante episode toegevoegd.
Ad Beenhakker.
Oud-hoofd van de afdeling Groen en Ruimte, provincie Zee
land
Auteur van kunsthistorische publicaties