boeken maakten ze gebruik? Naar welke scholen
gingen ze? In het boek komt het allemaal aan de
orde.
In een volgend hoofdstuk beschrijft Heijning
welke gevolgen de Reformatie had voor het dage
lijks leven in de stad en dan met name voor de
religieuze gebruiken en ceremonies. Kerken wer
den 'verbouwd', altaarstukken vernietigd. Ritue
len rond doop, overlijden, begrafenis en uitvaart
veranderden. Aangezien een groot deel van de
bevolking nog lange tijd het katholieke geloof
trouw bleef - in Zierikzee, maar ook elders - ver
liepen de veranderingen traag en zullen ze de
nodige weerstand hebben opgeroepen. Niet alleen
de religie veranderde, ook het oorlogsgeweld en
de politieke veranderingen lieten diepe en blij
vende sporen na. De verdeeldheid binnen het
stadsbestuur over de vraag of men de koning van
Spanje trouw moest blijven of de zijde van Oranje
moest kiezen, de zware lasten die de inkwartie
ring van de soldaten met zich meebracht, de vele
plunderingen waaraan het krijgsvolk zich schul
dig maakte, de gevaren waaraan met name kin
deren waren blootgesteld: dit alles moet vele
bewoners van de stad hebben getraumatiseerd.
In het hoofdstuk 'Gepast vertoon' gaat de
schrijfster uitgebreid in op de kleding. De veran
deringen in de mode; de volwassen- en kinder
kleding; de vervaardiging van en handel in kle
ding; de mensen die emplooi vonden in de
textielnijverheid en de sieraden die in gebruik
waren, al deze zaken worden in geuren en kleu
ren beschreven. De stedelijke elite, zo blijkt uit
het verhaal, kleedde zich uitbundig. De garderobe
bestond uit sieraden en kledingstukken, gemaakt
van kostbare, kleurige en modieuze stoffen, en
was duidelijk bedoeld om maatschappelijke status
te etaleren. De calvinistische predikant Willem
Teelinck mocht zich in 'Den Spieghel der Zedig-
heyt' (1620) dan wel groen en geel ergeren aan de
frivole en kleurrijke kleding in zijn tijd, de men
sen trokken zich daar bitter weinig van aan. Zijn
pleidooi voor sobere kleding was dan ook aan
dovemansoren gericht. Ook bij de inrichting van
het woonhuis probeerde de elite zich te onder-
scheiden van de rest van de bevolking. Het bezit
van kostbare meubels, kandelaars, beelden, schil
derijen en andere luxegoederen waren op de eer
ste plaats bedoeld om indruk te maken.
In het laatste hoofdstuk wordt het blikveld
van de Zierikzeese elite onderzocht. In hoeverre
kwam de bovenlaag in aanraking met andere cul
turen en wat was daarvan te merken in hun
dagelijks leven? Uiteraard was Zierikzee geen
gesloten samenleving, noch in de Middeleeuwen,
noch in de Vroegmoderne Tijd. Er werd veel
gereisd, ook door vrouwen. Als gevolg van de
ontdekkingsreizen werd de geestelijke horizon
aanzienlijk verruimd. Uit boedelinventarissen
wordt duidelijk dat er vele contacten moeten zijn
geweest met andere continenten. De belangstel
ling voor de exotische landen blijkt uit de vele
landkaarten die in huizen werden aangetroffen.
Een blik op het uitgebreide boekenbezit toont aan
dat de stedelijke burgerij belangstelling had voor
uiteenlopende onderwerpen als theologie,
geschiedenis, plant- en dierkunde en geografie.
Daarnaast waren reisverhalen in trek. De stad
kende particuliere bibliotheken, boekbinders en
boekverkopers.
Zierikzee, zo is de conclusie van Heyning,
was een open samenleving, onderging de invloed
van verschillende culturen en kende een stede
lijke elite die uitstekend op de hoogte was van
ontwikkelingen op internationaal gebied. Ook na
de Reformatie bleef de invloed van de zuidelijke
gewesten (Vlaanderen en Brabant) sterk. Het
zelfde gold voor het geloof. Katholieke tradities
bestonden nog jarenlang na de Satisfactie. Ver
schillende families uit de stedelijke vroedschap
bleven zelfs openlijk hun oude godsdienst trouw.
De auteur heeft een buitengewoon informatief
werk geschreven over een belangrijk stuk Zierik-
zeese en Zeeuwse geschiedenis, daar kan geen
enkele twijfel over bestaan. Toch plaats ik een
vraagteken bij de opzet van haar onderzoek. Haar
onderwerp is erg ruim en de vragen zo algemeen
gesteld, dat er een duidelijke focus ontbreekt.
Hier wreekt zich het gemis van een centrale
vraagstelling die aan ieder onderzoek ten grond-