Zeeland 26.4
voorbeelden kunnen met talloze schenkingen van
onderkomens en bijbehorend land aan geestelijke
instellingen in het graafschap Holland en Zee
land worden aangevuld. In de tweede plaats kan
een door Lensen waargenomen hiaat in het laat
twaalfde- vroeg- dertiende-eeuwse scherfmateri-
aal er ook op wijzen dat er een hiaat in de bewo
ning is en waarbij een oude verlaten woonplaats
in het vierde kwart van de dertiende eeuw
opnieuw is bewoond, maar nu door de Tempeliers.
Zonder een gedegen opgraving en bestudering
van de gebouwsporen en het vondstmateriaal is
er dus geen gefundeerde uitspraak over een
mogelijke vestiging van de Tempeliers vóór 1282
in Zaamslag mogelijk.
Interessant gegeven is dat het familiewapen
van de heren van Zaamslag kenmerken vertoont
die mogelijk verband houden met een bezoek aan
het Heilige Land tijdens de Kruistochten. Het is
bekend dat veel kruisridders na terugkomst uit
het Heilige Land een stuk grond schonken aan de
Orde der Tempeliers. Dit maakt het waarschijnlijk
dat de heren van Zaamslag kruisridders waren en
de stichters van de Commanderij in Zaamslag.
Ook het grondbezit van de Tempeliers in Aen-
dijcke brengt Lensen in verband met de aanwe
zigheid van het daar gelegen mottekasteel en
suggereert daarmee dat ook deze kasteelheer op
kruistocht was geweest.
Uit een 16e-eeuwse beschrijving valt op te
maken dat de commanderij was omgeven door
een wal en een gracht waarbinnen de kapel lag,
enkele grote stenen gebouwen en een begraaf
plaats. Uit archeologische oppervlaktevondsten
op het terrein wordt duidelijk dat de verstening
van de bebouwing in de vroege 13e eeuw is aan
gevangen, waarbij Doornikse kalksteen werd
gebruikt, kloostermoppen en daktegels. In 1312
wordt de orde der Tempeliers opgeheven en gaan
de bezittingen in Zaamslag over op de Orde van
de Hospitaalridders ofwel de Maltezer Orde.
Een ander belangrijk gebouw dat uitvoerig
wordt beschreven is het mottekasteel te Zaam-
slag. Er is slechts een deel van de voorburcht
opgegraven, de rest van de informatie over het
kasteel is afkomstig van oude prenten en van
historische vermeldingen.
De kasteelberg lag in het centrum van Zaam-
slag, nabij de parochiekerk. Het kasteel gaat op
grond van het gevonden aardewerk en het uitge
voerd dendrochronologisch onderzoek terug tot
circa 1100. Dit maakt het waarschijnlijk dat er
een relatie bestaat tussen het ontstaan van het
dorp Zaamslag, de stichting van de parochiekerk
en de burcht, zoals bij vele Zeeuwse dorpen het
geval is. Aanvankelijk heeft op de motte een hou
ten toren gestaan, maar deze zal in de eerste helft
van de dertiende eeuw zijn vervangen door een
stenen woontoren. Op grond van de kaart van
Horenbault uit 1569 vermoedt Lensen dan men
daarbij de voet van de motte van een ringmuur
heeft voorzien en het aardlichaam van de motte
daarna heeft uitgevlakt. Een vergelijkbare ont
wikkeling is te zien bij andere mottekastelen,
zoals bij de berg van Troje in Borssele (niet als
voorbeeld in het boek opgenomen) waar ook in de
13e eeuw de motte binnen een ovale ommuring
aan de teen van de motte was uitgevlakt.
In de ringmuur werd een stenen poorttoren
opgenomen en tegen de binnenkant van de ring
muur zijn enkele gebouwen afgebeeld. Tussen de
motte en de oude dorpskern lag een voorburcht
met een eivormige plattegrond. In het tweede
kwart van de 13e eeuw werd er een bakstenen
poortgebouw gebouwd met dreefmuren, ook wel
dwingel genoemd, die van de burcht leidden naar
de kerk op het plein. Dit is een constructie die
voor Nederland zeer zeldzaam is. Alleen het kas
teel van Valkenburg (L) heeft een vergelijkbare
structuur. In de 15e eeuw neemt de belangstelling
van de heren van Zaamslag voor hun stamhuis
af. Klaarblijkelijk woonden ze liever op de hof
van Zaamslag in Groede, waarvan in 1435 heer
Floris van Zaamslag de eigenaar was. De toren-
berg bleef bewoonbaar tot de inundatie in 1584,
toen het vooral dienst deed als uitkijktoren.
Vanaf het einde van de 16e eeuw worden de
muren geleidelijk gesloopt.
Over de implicaties van een ronde hoofd
burcht in kastelenland gaat Lensen helaas niet
Boekbesprekingen