Adri P. van Vliet, Bastaard van Oranje. Justinus van
Nassau. Admiraal, diplomaat gouverneur (1559
1631). Walburg Pers, Zutphen 2017. 256 pp., ill.,
ISBN 978-94-62-49233-2. Prijs 29,50.
De meeste lezers zullen Adri P. van Vliet kennen
van zijn als deel 14 van de Werken uitgegeven
Vissers in oorlogstijd. De Zeeuwse zeevisserij in
de jaren 1568-1648 (2003), maar behalve over
visserij verschenen van hem sinds 1987 ook tien
tallen artikelen en bijdragen over de Nederlandse
oorlogsvloot in de zeventiende eeuw. Alweer
geruime tijd is de maritiem-historicus als hoofd
van de afdeling Publieksinformatie en Collecties
en plaatsvervangend directeur verbonden aan het
Nederlands Instituut voor Militaire Historie in
Den Haag. Het boek dat thans verschenen is lijkt
zo op het oog een ietwat vreemde eend in de bijt
van de schrijver, maar er ging jarenlang materi
aal verzamelen in tientallen archieven aan
vooraf. Van Vliet kon daarbij gebruik maken van
de inmiddels goed ontsloten archieven van de
Zeeuwse Rekenkamer en die van de beginjaren
van de Admiraliteit Zeeland. Deze bevatten gede
tailleerde informatie over het functioneren van
Van Nassau als luitenant-admiraal van Zeeland.
In de korte inleiding beschrijft hij de meningen
van eerdere historici, die een weinig positief
beeld schetsten van een weifelaar en slecht mili
tair, die te sterk gericht was op persoonlijk gelde
lijk gewin. Van Vliet vraagt zich af of het
bestaande beeld over de bastaard Justinus van
Nassau 1559-Leiden 16 juni 1631), zoon van
Willem van Oranje en maitresse Eva Elinx, door
de nieuwe gegevens nu juist genuanceerd kan
worden of dat deze het bestaande beeld bevesti
gen. Voor beide hypotheses blijkt het antwoord
bevestigend.
Deze studie is opgebouwd uit tien hoofdstuk
ken. Het eerste van de eerste acht hoofdstukken
geeft een beschrijving van Justinus' jeugdjaren
en vorming. Daarna komt in een drietal hoofd
stukken zijn optreden als militair ter zee (1585
1589), te land (1589-1598) en als diplomaat aan
de orde. Dit wordt onderbroken door een beschrij-
ving van zijn huwelijk. Hierna volgt de tweede
termijn van Justinus als admiraal ter zee (van
1599-1601) en zijn gouverneurschap over Breda
(1601-1625). Hoewel Justinus pakweg vijftien jaar
van zijn leven in Zeeland actief was vormen die
belangrijke jaren van de Opstand en zijn werk als
diplomaat en bevelhebber van vloot en leger wel
driekwart van het boek. De twee laatste 'hoofd
stukken' zijn de epiloog en kroniek van Justinus'
leven. In de kroniek zijn per levensjaar de
belangrijkste gebeurtenissen aangegeven en de
schema's van de stamboom en het relatienetwerk
zijn een goede houvast om diens netwerken te
doorgronden. Van Vliets bronnen bestonden uit
zowel archivalia, literatuur als websites. Hij heeft
zijn informatie zo goed als volledig in de tekst
verwerkt; de eindnoten (per hoofdstuk) bevatten
bijna uitsluitend literatuurverwijzingen. Het
geheel sluit af met een register van persoons-,
152
B oe k b espreki n g e